373
gekomen. Maar opmerkelijk moge het zijn, wonderlijk is het zeker
niet. Immers de sinds jaren heerschende, hoogst eigenaardige begrip
pen omtrent militaire vorming en opvoeding, moesten noodzakelijk
tengevolge hebben dat de militaire kudde, gewend om uit de hand
te eten, het vermogen verloor om zelf haar voedsel te zoeken. Zoo
werden in het onderhavige geval de wenken van hooger-, hoogere
en hoogste hand natuurlijk opgevat als stellige bevelen en meende
men niet beter te kunnen doen dan de oefeningen van vorige jaren:
„toen het goed was geweest," stelselmatig te herhalen of wel, in
tijdschriftartikelen uitgewerkte voorbeelden letterlijk in toepassing te
brengen. De belooning van eene zoo heuglijke zelfstandigheid kon
niet uitblijven en de infanterie werd dan ook meermalen verblijd
met missives, die ongeveer aanvingen als volgt:
„Ofschoon uit de ingediende verslagen der gezamenlijke oefeningen
wederom bleek dat veelal de uitkomsten bleven beneden die van
middelmatige schutters, moet echter geconstateerd worden dat ook
ditmaal de meeste dezer oefeningen goed werden geleid."
Is het wonder dat nog steeds in deze het onbereikbaar ideaal is:
„middelmatigheid"?
Maar thans zijn er bijzonder donkere tijden in aantocht. Een
nieuw geweer en een nieuw schietvoorschrift (goddank aangekondigd
als voorloopig") werd ons in de hand gedrukt en dat terwijl ons
bundelvuur, het bundelvuur alleen het oude vuurwapen kent. Wie
beschrijft onze wanhoop? Wie durft het aantal missives schatten
dat ons, wenkenderwijze natuurlijk, het thans onbruikbaar paadje
zal moeten effenen
Niettegenstaande een practijk van jaren, werd met het oude geweer
te velde veel en slecht geschoten. Heeft men wel eens bedacht dat
de kans groot is nu de infanterie met een repeteerwapen te velde
wordt gezonden zonder daarmede ook maar voldoende te zijn geoefend-
dat dit euvel meer en meer zorgwekkende verhoudingen zal gaan
aannemen? Gelukkig dat wij slechts een inlandschen vijand tegenover
ons hebben en dat in den laatsten tijd wederom vele aanvoerders
rekening houden met de ondervinding, die nog altijd leert, dat het
eerstens mogelijk is dien vijand zonder noemenswaardige verliezen met
de bajonet aan 't lijf te komen en tweedens dat ook hij voor deze