379
de inlanders, ongeveer acht maanden verblijven voor zij geschikt worden
geacht voor verdere militaire opleiding. Staan in Europa nagenoeg
gelijkgeoefende en bewapende partijen tegenover elkaar, wij staan
tegenover een veel minder goed geoefenden en veel minder deugde
lijk bewapenden vijand. Heeft men daar meerdere achter elkaar vol
gende liniën tegenover zich, terwijl de voorste linie aanhoudend verdicht
moet worden om steeds meer geweren in het vuur te brengen, onze
vijand kent geen opstelling in de diepte, heeft geen reserves om zijn
ijle tirailleurlinie aan te vullen of te versterken.
Zoekt men in Europa liefst stellingen met een groot schootsveld,
met open vlakten dus vóór de stelling, in Indië zoeken onze tegen
standers hun heil in gezichtsdekking, liefst ondoorzichtbare hinder
nissen, om ons zoodoende te beletten van onze betere bewapening ten
volle partij te trekken. Is een Europeesche vijand gedwongen om
een eenmaal aangenomen gevecht door te zetten, op straffe van nut-
telooze en zware verliezen, onze inlandsche vijand breekt in den re
gel een gevecht af, vóór het tot eene werkdadige beslissing komt,
wat hij straffeloos doen kan, daar hij vervolging niet te vreezen
heeft. Staat het dus oubetwistbaar vast, dat onze vuurtactiek eene
andere zal moeten zijn dan die welke past bij Europeesche legers
en Europeesche gevechtstoestanden, daaruit volgt dat onze schiet-
opleiding, die een oefeningsschool moet zijn voor aanvoerder en
soldaat, niet een copie kan zijn van de in Europa gebruikelijke.
Na deze inleiding, die noodig was om de principes te ontvouwen,
waarop het ondervolgende berust, ga ik over tot de bespreking van
eene methode van oefening, die, naar mijne overtuiging, van onze
infanterie zou maken de best schietende infanterie van alle geregelde
legers.
Na al het voorafgaande zal het wel niemand verwonderen, dat ik
niet ons: „Voorloopig voorschrift" als uitgangspunt neem. Voor de
hoogst belangrijke „Voorbereidende schietoefeningen" maak ik echter
eene uitzondering en wel omdat deze volgens mijne opvatting van het
doel dier oefeningen volstrekt geen invloed uitoefenen op de rich
ting, die later bij het schietonderricht gevolgd wordt. Boven zagen
wij reeds, wanneer de tijd gekomen is om met den recruut het onder
wijs in de voorbereidende schietoefeningen te beginnen. Deze oefe-