380 ningen dienen om den man te leeren het geweer vlug en in de voor geschreven positie (welke de meest gunstige moet zijn) in den aanslag te brengen, daarna te richten en af te trekken. Het is dus alles wat hij later bij het vuren, afgescheiden van de lading, werktuigelijk in toepas sing zal moeten brengen. Vandaar het groote belang dezer oefeningen en de noodzakelijkheid van minitieus onderricht. Aanbeveling ver dient het om den man, reeds vóór hij tot de voorbereidende schiet oefeningen overgaat, te laten zien wat daarmede wordt beoogd en welke, voor hem zeker verrassende, resultaten men kan verkrijgen, als men het bij die oefeningen geleerde in practijk brengt. Met 't oog hierop zou ik wenschen dat voorgeschreven werd, dat recruten, die beginnen zullen aan de voorbereidende oefeningen, een of meer malen naar het schietterrein moeten worden gebracht, waar, door een uitstekend schutter, liefst de onderwijzer zelf, van de bok één of meermalen een tiental schoten wordt gedaan op de kleinste vizier- schotafstand en op een voor de recruten begrijpbare schijf, b.v. een schijf in den geest van onze eenmansschijf. Het spreekt van zelf, dat na elke serie van 10 schoten de recruten voor de schijf moe ten worden gebracht, om er hen op te wijzen hoe dicht de trefpun ten bij elkaar liggen en hoe elke vijand binnen een afstand van zoo veel honderd meters door een goed schutter altijd moet geraakt worden. Zoo krijgen zij een hoog idee van hun geweer en vertrou wen in de wijze van oefening, terwijl hun ijver wordt opgewekt, waardoor belangstelling in de eentoonige voorbereidende oefeningen wordt levendig gehouden. Die voorbereidende schietoefeningen zullen dagelijks moeten gehouden worden, totdat de geoefendheid niets meer te wenschen overlaat. Voor zoover deze oefeningen gezamenlijk worden gehouden, zullen zij echter slechts hoogstens een half uur mogen duren. De voorbereidende schietoefeningen zijn 1°. Richten en aftrekken, met het geweer op den richtbok. Hier wordt de man gemeenzaam gemaakt met de techniek van het richten en aftrekkenopdat zijn aandacht door niets anders zal worden afgeleid, ligt het geweer op den bok. Wat hieromtrent in ons „Voorloopig voorschrift staat voorgeschreven, is voldoende en duidelijk, alleen acht ik het in 81 voorgeschrevene overbodig en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 394