381
onpractisch. Een soldaat behoeft niet te weten, hoe groot de invloed
is van richtfouten en behoeft evenmin eenig begrip te hebben van
vizierlijn, aslijn en kogelbaan.
Zóo moet gericht worden, al 't andere is fout; ziedaar de eenvou
dige regel, waarbij steun gevonden wordt in het vertrouwen, dat de
recruut heeft in de meerdere kennis van den onderwijzer. Later, bij
het schieten naar de schijf, zal hem wel blijken dat richtfouten zich
onmiddellijk in de uitkomsten wreken. Ook van den invloed van de
vizierindeeling op het schot 82) behoeft de recruut niets te weten.
Als hij eens voor goed weet, dat elke vizierindeeling behoort bij een
bepaalden afstand, dan weet hij voorloopig genoeg. Later, bij de eigen
lijke schietoefeningen, wordt hem geleerd welke vizierindeeling hij
gebruiken moet op afstanden, gelegen tusschen die, welke overeen
komen met een bepaalde verdeelstreep van het vizier. Bij 84
laatste alinea zou ik wenschen bij te voegen, dat de recruut erop
gewezen moet worden, dat hij zich er aan gewennen moet den vinger
of de twee vingers te sluiten, zonder de spieren van den arm in de
beweging te doen deelen.
20. Het aanleggen, richten en aftrekken in de verschillende houdin
gen. (Zie hiervoor 85 en volgende van het Voorloopig voorschrift).
Al dadelijk laat ik hier weg: „en voorbereidende oefening voor het
salvo-tirailleur-en snelvuur" waarover de 98 tot en met 101 han
delen. Is het niet curieus een onderdeel van één der vier voorgeschre
ven voorbereidende schietoefeningen als speciale voorbereiding te zien
beschouwd voor alle vuursoorten, die worden toegepast? Waarvoor
dan wel het overige dier oefeningen dient? Het blijkt dan ook, dat
het voorgeschrevene in de bovengenoemde paragrafen handelt over:
lading met exercitiepatronen (een oefening, die de man van te voren
reeds in de Recrutenschool 126 en volgendeleerde en die dan ook
daar geheel thuis behoort); vuren op commando en snelvuur (eveneens
oefeningen, die zuiver en alleen thuis hooren in de Recrutenschool,
zie 146 en volgende, al worden deze natuurlijk eerst beoefend na
dat de recruut de beide eerste voorbereidende schietoefeningen gron
dig heeft doorloopen). Op het exercitieterrein moet de man zijn geweer
leeren laden en ook daar en in het terrein moet hijna het aanleggen,
richten en aftrekken ais voorbereidende schietoefeningen te hebben