384
De 102 en volgende handelen over de kamerschietoefeningen.
Zooals deze thaDs wederom beoefend moeten worden dunkt mij hun
nut zeer betwistbaar. Het Gaupillard-sijsteem heeft, wat bijna alle
troepenofficieren erkennen, al gaven de proefnemingen nog zulke mooie
uitkomsten, bij het Beaumontgeweer niet voldaan. Er kwamen vele
weigeringen voor, kogeltjes bleven in den loop achter (waarvoor ook
nu gevreesd wordt, zie laatste alinea 108 van de wijziging bij Iu-
fanterie order N°. 5). of bereikten de schijf niet. Ik maak mij sterk
dat aan de geweermakersschool wel eene inrichting kan bedacht
worden waardoor bij het 6.5 m.M. geweer kunnen gebruikt worden
kogeltjes van dat kaliber, in den geest van de patroontjes bij de
kamerbuksen.
Dan zou op aanmerkelijk grooteren afstand dan 7.5 H. kunnen
worden gevuurd (waarvoor in de meeste infanterie-kampementen gele
genheid bestaat) en zuiver schieten mogelijk zijn. Daar het een groot
voordeel is geweren van den vorm, zwaarte en het kaliber van de
6.5 m.M. voor de schietoefeningen te gebruiken, dunkt mij het bezwaar
niet overwegend als deze zonder houder, dus na elk schot geladen
zouden moeten worden. Bij deze oefening zijn immers zeer zuivere
uitkomsten hoofdvereischte, terwijl de oefening in de lading hoogstens
bijzaak moet geacht wordendaarvoor dienen toch de reeds behandelde
oefeningen uit de Recrut.enschool. 109 handelt over het vuren met losse
patronen. Ik zou deze oefeningen uitgebreider wenschen n. 1. op
verschillende afstanden en in verschillende houdingen, doch zij behooren
niet thuis bij de voorbereidende schietoefeningen, maar in de Recruten-
school. Daar zou moeten zijn voorgeschreven, dat voor oefeningen
in het rustig afgeven van de verschillende soorten van vuur, eerst
losse en daarna (natuurljjk op het schietterrein) scherpe patronen
moeten worden gebruikt
Thans overgaande tot de bespreking van het onderwijs in het
schieten, zij in de eerste plaats in 't algemeen de richting van dit
onderwijs aangegeven.
Waar wij onze manschappen minstens 6 jaar onder de wapens
houden en waar onze veldbataljons ten allen tijde voor hunne taak
den oorlog geschikt moeten zijn, ligt het voor de hand dat wij onze
menschen reeds als recruut het schieten leeren en dat zij het, om