389 4°, tirailleurvuur, houdiDg en doel als boven, afstand 350 M. 8 patr. 5°, 30" snelvuur staande, doel als boven 150 M. 6°, salvovuur in verspreide orde, liggend vrije hand, doeleen vijan delijke borstwering, waarin eenige gedeeltelijk zichtbare kopschijven en eenige onzichtbare rompschijven, afstand 550 M, vijf patronen. t tirailleurvuur, zelfde houding, doel en afstand, zes patronen. 8°, tirailleurvuur, liggend vrije hand, op een onzichtbaar doel, afstand hoogstens 500 M. (voor een goed zichtbaar mikpunt of wel lijn van mikpunten moet worden gezorgd,) zeven patronen. Bij al deze oefeningen moet aan de volgende voorwaarde worden voldaanHet verkregen procent treffers mag zelfs bij ongunstig weer nooit minder bedragen dan 9/10 van het procent van middel matige schutters te verwachten. Wordt het vereischte aantal treffers bij eene oefening niet verkregen, dan worden gelijksoortige oefeningen herhaald, waarbij als regel geldt, dat bij de helft dier oefeningen aan de gestelde voorwaarde moet zijn voldaan, terwijl niet meer dan vier van die oefeningen in 't geheel gehouden mogen worden. Wordt daarmede niet aan den bovengestelden eisch voldaan, dan zal de offi cier met de recrutenopleiding belast, zoodanige oefeningen kunnen laten herhalen als hem noodig voorkomen. Ook zal hij, voor con trole, de vaardigheid in het schieten van sommige der recruten door individueele oefeningen op de proef kunnen stellen en degenen, die daarbij nog onvoldoende geoefend blijken, kunnen terug stelien tot de individueele oefeningen, die hem daartoe geschikt voorkomen. In totaal worden dus, ongerekend de patronen, die verbruikt worden als voorbereiding (ter oefening in het rustig afgeven van gezamen lijk vuurj, per man minstens 13 X 5 65 patronen verschoten bij de individueele oefeningen en 50 bij de gezamenlijke oefeningen. Het gemiddeld aantal patronen per man benoodigd, schat ik op ""8 geen 200. In Nederland bestaat de bepaling dat één man per schietjaar hoogstens 350 patronen bij de individueele oefeningen mag verschieten, terwijl voor de gezamenlijke oefeningen nog op ongeveer 65 patronen per man moet gerekend worden (het geveehtscfaiefcea buiten rekening gelaten). Toch dringt de Redacteur van de Militaire Spectator in aflevering 9 van den jaargang 1898 er op aan, dat nog meer patronen beschikbaar gesteld zullen worden. Wil mij dus niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 403