394 geplaatste kopschjjven (van 0.50 M.), afstand tusschen 200 en 300 M. 16°, zittend achter een heg, op doel als boven, afstand tusschen 250 en 350 M. Bij alle oefeningen worden vijf patronen verschoten, de juiste afstand is steeds onbekend, elk schutter gebruikt de vizierstelling, die hij de juiste acht, de leider grijpt alleen in uiterste gevallen in. "Voor scherpschutters geef ik het hieronder volgende schema. 1°> liggen<ï opgelegd) op 4 uit elkaar geplaatste kopschijven (van 0.30 M.), elk schot op een bepaalde schijf b.v. 3°, 2°, 4°, 1°j 2°, afstand tusschen 175 M. en 250 M. 2°, liggend vrije hand, op 2 kopschijven (van 0.30 M.), één Toor één plotseling te voorschijn komend; afstand als boven. 3°, 5 patronen in 30" op een rompschijf, die snel achterwaarts bewo gen wordt, afstand tusschen 300 en 400 M. 4°, liggend vrije hand, op een rompschijf, die slechts over een breedte van 0.20 M. zichtbaar is achter een boom,'afstand tusschen 150 en 250 M. 5°, staande, op eene gedeeltelijk achter groen zichtbare rompschijf, af stand tusschen 400 en 500 M. 6°, knielend, op vijf uit elkaar geplaatste kopschijven (van 0.30 M.), achter een borstwering; elke schijf 1 schot, afstand tusschen 150 en 250 M. 7°, liggend vrije hand, afstand tusschen 150 en 250 M. 8°, liggend vrije hand, op een vijftal schietgaten (waarachter schij ven) in een borstwering (b. v. van bamboe), afstand tusschen 50 en 100 M. 9°, 30" snelvuur op drie uit elkaar geplaatste kopschijven (van 0.30 M.), minstens 10 patronen, afstand tusschen 100 en 150 M. 10°, staande, op een borstwering waarachter (onzichtbaar) schijven, afstand tusschen 500 en 600 M. Het komt mjj gewenscht voor hier een niet te groot aantal oefeningen bepaald voor te schrijven om den compagniescommandanten gelegen heid te geven in denzelfden geest allerlei oefeningen te doen houden, b.v. op schijven, die hooger en lager geplaatst zijn dan de schutter, op schijven in kuilen aan het gezicht onttrokken, op een, door schijven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 408