409 wenroof in desertie het eenige middel zouden zien om hunne vrouwen terug te krijgen, en verder het bestoken van den vijand in de flank, als deze mocht willen terugtrekken op Omdurman. De Sirdar was er evenwel zeker van dat Mahmud een gevecht zou aannemen en hij werd in die meening versterkt, nadat hij het bericht ontvangen had, dat kol. Hickman zijne opdracht met succes had uitgevoerd. Ruim 640 vrouwen waren in zijn handen gevallen. Tevens was hem gemeld, dat Oeman Digna naar Adarama was getrokken, hoogst waarschijnlijk met de bedoeling om graan 'op te graveD, want te plunderen viel er te Adarama niet. De honger liet zich blijkbaar is 's vijands kamp gevoelen. Mahmud was schaakmat. Terugtrekken langs de Nijl kon hij niet; de kanonneerbooten wachtten hem op. Terugtrekken door de woestijn stond gelijk met van gebrek omkomen. Blijven waar hij was, opende hem 'c zelfde vooruitzicht. Oprukken was het eenige wat Mahmud restte. Met dat al verkeerde de Sirdar nog immer in het onzekere omtrent Mahmuds kamp. De verkenningen der Egyptische cavalerie leerden hem niets. Zooals reeds werd opgemerkt beteekende die cavalerie weinig en was zij in ieder geval inferieur aan die des vijands, de Baggaracavalerie. Ter eere van de Britsche officieren, die de eskadrons commandeerden, zij gezegd, dat zij er in geslaagd waren hunne Egyptische ruiters eene grootere mate van geoefendheid te geven, dan zjj bij de Dongala-expeditie bezaten. De vraag rijst, waarom de Sirdar, bewust als hij was van de weinige bruikbaarheid zijner cavalerie, niet een Britsch of een Indisch regiment had aangevraagd. Het antwoord hierop is, dat de Egyptische cavalerist in dit terrein, weinig eischend als hij is, wat betreft de voeding, moailijk te vervangen was. Bovendien moest de inlandsche cavalerie door aanhoudende oefening geleidelijk voor hare taak geschikt worden gemaakt. Ten laatste droeg generaal Kitchener aan Hunter op de ware plaats van des vijands kamp uit te vorschen en zijne positie te verkennen. Daartoe rukte Hunter den 30en Maart uit met de cavalerie, de lijdende artillerie en 4 Maxims. Deze macht werd gerugsteund door 2 bataljons infanterie met 4 Maxims. Toen Hunter 's avonds in het kamp terugkeerde, wiet hij den Sirdar omtrent alles in te lichten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 423