416 Be Egyptische cavalerie, 10 eskadrons, werd gecommandeerd door Broadwood Bey, de Britsche, 't 21° lanciers, door kol. Martin. Het Britsche regiment telde 500 ruiters en werd neg uit Caïro verwacht. De totale sterkte der cavalerie beliep 1500 man. De geheele artilleriemacht stond onder de bevelen van Long Bey. De in 't voorjaar in den Soedan aanwezige artilleriemacht was thans versterkt met de 32* Yeldbatterij R. A. en de 37* Yeldbattenj (hou witser) R. A.bovendien werden opgevoerd 2 belegeringsstukken. Behalve de 20 Maxims (Britsche en Egyptische) was er een totaal van 44 stukken, t. w. 1 rijdende-, 1 houwitser- en 5 veld batterijen en de twee stukken belegeringsgeschut. Yerder beschikte de Sirdar over 8 compagnieën van het kameel korps, een korps voor den transportdienst en over hospitaalpersoneel. De macht te water bestond uit 6 gunboats, 8 transportsteamers en eene vloot zeilschepen. Zien we thans hoe 't met de legering der troepen aanvang Augus tus gesteld was. Het 1* baton. van de 4* Egyptische brigade was te Atbara. Het 17e en 't 18e baton. dier brigade waren van Merawi vertrok ken en behulpzaam bij het brengen der stoomers over de 4e cataract. Begin Augustus waren die korpsen te Abu Hamed. He 5* bataljon der 4* brigade was voor de helft te Berber; de andere helft was reeds van Suakin vertrokken en bevond zich nog in de woestijn. De 3e brigade was boven Atbara bezig hout te verzamelen voor de stoomers. De beide Egyptische bataljons der le en 2e brigade bezetten het eiland Nasri, tusschen Metemmeh en Shabluka dat tot stapelplaats was aangewezen van vivres en munitie. De overige bataljons Soedaneesche dier beide brigades waren den len Augustus van Berber te Atbara aangekomen. De le brigade der Britsche divisie was nog in de zomerkwartie- ren en wel te Darmali het hoofdkwartier, de Camerons, de Seaforths en de Maximbatterjj, en te Assilem de "Warwicks en de Lincolns. De Egyptische cavalerie was tot begin Augustus tegenover fort Atbara op den linkeroever van de Nijl gelegerd geweest; den 4® ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 430