418 Alexandrië Korti, afgelegd ia nog geen maand tijd. Dank zij de nieuw aangelegde lijn Wady-HalfaAtbara, dank de stoomers, was om streeks 13 Augustus de geheele expeditionnaire macht verzameld bij Atbara en hooger gelegen plaatsen. Den 22™ Augustus was des Sirdars macht in het kamp te Wad- Habashi verzameld. Twee dagen later trok generaal Hunter met twee zijner brigades naar Hajir tegenover en 5 mijlen Zuid van Shabluka, waar eene nieuwe legerplaats moest worden gezocht. Den 26en 's avonds hadden de overige brigades Wad-Habashi ontruimd en was de geheele macht te El Hajir ook wel Gebel Royan genaamd, verzameld en bevond zij zich op slechts 40 mijlen afstand van Om- durman. Reeds den 23™ was door eene verkenning duidelijk geworden, dat de Khalifa verzuimd had de eilanden in de stroomversnelling bij Shabluka te bezetten, hetgeen eene fout van hem was. Ook was bericht omtrent hem ingekomen, dat hij den Sirdar in het open veld zou opwachten en dat hij door zijn stoomschip eene mijn in de Nijl zou doen aanbrengen. Deze tijdingen mochten slechts onder voorbe houd worden aangenomen, want 't meest waarschijnlijk was het, dat de Khalifa 'cnog niet met zich zelf eens was hoe te handelen. In den nacht van den 26™ verliet de majoor Stuart-Wortley, die destijds twee dagen na Gordons dood naar Khartoem was getrokken, het kamp om zich aan het hoofd te stellen van de bevriende Jaalins en andere stammen, aangewezen om eene Derwische macht, onder de emirs Zeki en Wad Bishara, die zich Noordwaarts langs den rechter oever bewoog, te gemoet te trekken. Vijandelijke patrouilles waren gemeld in de nabijheid van Gebel Royan en op den linkeroever. Den 28en verliet de geheele macht het kamp en rukte op naar het 12 mijlen verder gelegen Wady Abul. Men was nu nog 18 mijlen verwijderd van Kerreri waar het mogelijk tot een treffen komen zou. Den 29™ vertoonden zich, zij 't ook op eerbiedigen afstand, herhaal delijk vijandeljjke cavaleriepatrouilles. De laatste dagen hadden zich vele deserteurs aangemeldzij beweer den, dat de Derwischen den strijd zouden aanvaarden. Den 30™ stelde des Sirdars leger zich weder in beweging en wer den 10 mijlen afgelegd. Een kamp werd betrokken te Sayal.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 432