419
Den 31en werd eene verkenning gemaakt. Yroeg in den ochtend
rukten 4 eskadrons van het 21e lanciers, 9 Egyptische eskadrons
en de rijdende batterij uit, 4 gunboats stoomden de rivier op en
bleven met de cavalerie op gelijke hoogte. Op een afstand van 3
mijlen van Kerreri zag men opeens de Derwische cavalerie, die, toen de
Anglo-Egyptische bleef voortrukken, terugtrok. Achter de vijandelijke
cavalerie stond 's vijands infanterie, afgaande op de 30 vlaggen, die
men kon zien wapperen, werd 's vijands nabij Kerreri vertoevende
macht geschat op 3000 man De terugmarsch werd nu ondernomen.
Den volgenden dag was des Sirdars leger te Wady Suetne, op onge
veer 5 mijlen afstand van Kerreri. Weder werd eene verkenning
gemaakt met cavalerie en artillerie. De verkenningstroepen drongen
door tot zij Omdurman in 't gezicht kregen. Ten Zuiden van de
stad zag men drommen Derwischen in eene stelling, die blijkbaar
ruim 3 mijlen in de lengte besloeg. De vjjandeljjke cavalerie rukte
voorwaarts. De troepen weken terug, de afstand, die hen van de
hoofdmacht scheidde 8 mijlen was te groot, een gevecht diende
daarom vermeden te worden. De Derwische cavalerie vervolgde die
van den Sirdar, tot in de nabijheid van het kamp. Men had nu
zekerheid, 's anderen daags zou over het lot van den Soedan beslist
worden.
(Wordt vervolgd).