427 ■uitbewegeD, alvorens hij in de velden grijpt. Op dit oogenblik heeft hij reeds eene vrij groote snelheid verkregen, die dan plotseling aanzienlijk vertraagd wordt. Het achterste gedeelte van den kogel tracht dan evenwel door de energie van het metaal in zijne voortgaande beweging te volharden en dit heeft tengevolge, dat de kogel aan de achterzijde eenigszins opgestuikt wordt en zulks in des te heviger graad, naar mate zijne snelheid grooter, en het geweer ter plaatse wijder en minder glad is. Bij de verdere beweging van den kogel door de ziel zal het opgestuikte gedeelte sterk tegen den loopwand drukken, en het vereiBcht geene toelichting, dat de wrijving hierdoor aanzienlijk vermeerderd wordt en bijgevolg de snelheid zal moeten afnemen. Heeft men nu te doen met eene zeer snel verbrandende kruitsoort, die hooge gasspanningen ontwikkelt, dan zal de kogel zeer spoedig eene vrij groote snelheid verkrijgen, en dus ook hevig worden opge stuikt, vooral bij een eenigszins uitgeschoten geweer. Bij het eerste schot is die opstuiking het geringst, aangezien de loop dan nog zeer glad en vettig is. Bij het tweede schot is de loop reeds veel stroever geworden en als een gevolg hiervan zal de botsing en de misvorming van den kogel heftiger zijn, de V0 zal bijgevolg kleiner uitvallen. Zoo gaat het door, totdat eindelijk een even wichtstoestand verkregen is. Wel is waar wordt na ieder schot de wrijving sterker, doch ook de loop zet zich voortdurend uit, zoodat de wrijving aan den anderen kant iets vermindert, en er dus een tijdstip moet komen, waarop beide werkingen elkander opheffen. Indien het buskruit langzaam verbrandt, zal de kogel ook langzamer ia beweging komen, de opstuiking zal dan geringer zijn of geheel achterwege blijven en het verschijnsel niet optreden. Indien de kogels na ieder schot gevet worden, blijft de loop steeds behoorlijk glad, en zal de toestand ook steeds dezelfde zijn, zoodat men van het verschijnsel niets bespeurt. Dit alles is in volkomen overeenstemming met de feiten. Wordt de lading genoegzaam verminderd, dan zullen de gasdrukken aanzienlijk afnemen en de kogels minder snel in beweging komen. De kogels worden dan minder of in het geheel niet misvormd, zoodat het verschijnsel in beteekenis zal verminderen, of wel geheel zal verdwijnen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 441