432 wanneer de S. weer eens aan 't woord is Heb ik hem speciaal genoemd in bovenbedoelde causerie? Meent de S. werkelijk, dat als hij een denkbeeld heeft losgelaten, daarmede hot laatste woord gezegd is Nu, een beetje verbeelding schaadt niet. Ik heb den S. natuurlijk niet begrepen, ook Y niet, alleen de on vergetelijke Multavidi begreep hem, omdat hij 't met den S. in hoofd zaak eens is, ook nog een onbekende, die volgens den S. kentering in de meening hier aanbracht, begreep hem, omdat hij hem eens niet geheel desavoueerde. Ik noem dergelijke argumenten, gevoegd bij dien vaderlijken raad van vroeger om eerst meerdere ervaring op te doen, kort en krachtigsteegjes-argumenten. Ik wil gaarne geloo- ven, dat ik hem niet begrijp, maar ik weet toevallig wie Y. is en heuscb, S. als die u niet begrijpt dan ligt 't aan uw stuk hoorDie is waaratjes ontwikkeld genoeg. Maar een andere zaak is, dat S. mij, eenvoudige ziel, niet begre pen heeft. Ik wilde toch doen uitkomen, dat, eischt men niet van den officier, dat hij met het cynisme van een dier zijn vrouw en kinderen verlaat, het huwelijk van den officier eene fameuse hinder paal voor de fusie zal zijd. Men moet vrouw en gezin voor tijdelijk hebben moeten verlaten om het te beseffen hoe ongelukkig men zich dan voelt. Het geschikt achten van een officier na slechts weinig dienstjaren in de tropen voor hoogere leiding, mag een opiniequaestie zijn, waarover men het niet licht eens wordt, doch waarbij men een andere meening gaarne respecteert, het den officier dwingen zich öf van vrouw en kinderen te scheiden óf zich financieel te gronde te richten, noem ik een misdaad. Nog eens, al vergund men den fusie-officier vrouw en kroost mede te voeren, hij zal dit om de redenen, vroeger door mij aangegeven, niet kunnen doen, tenzij zijne kinderen heel, heel jong zijn en dan nog zal 't hem niet geraden zijn, of het Gouver nement moet ook bepalingen voor verlof wegsns ziekte voor vrouw en kinderen van den officier in het leven roepen en ruime gratificatiën voor uitrusting toekennen. De overdenkingen van X in het vorige nummer hebben mij ook aan het pikeren gebracht, en ik kwam tot den wensch„Och, mocht het hier zoo zijn, zooals X dat meent!". Maar eerst iets naar aan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 446