433
leiding van de beschouwingen over den geest onder de Hollandsche
officieren onderling. Mij trof juist in Holland, dat daar aan de ka
meraadschap veel meer aandacht wordt geschonken dan hier en het
onderling verkeer daar veel gezelliger is. Moet 't b.v. niet een ieder
treffen die vroolijke toon, die b.v. in Oldebroek en op de manoeuvres
heerscht. Laat eens een van de heeren het lied der veldartillerie
aanheffen en allen, de kolonel incluis, stemmen mede in, het eene
been op den stoel, het andere op de tafel, het glas in de hand.
Na het eerste bezoek stelt de chef u iu de gelegenheid hem ook
particulier te ontmoeten bij zich aan huis, zonder dat 't noodig is
daarvoor uw groot tenuejas aan te hebben, zelfs in mufti zijt u wel
kom. De getrouwde officieren, die dat maar eenigszins doen kunnen,
vragen hunne eollega's, gehuwd en ongehuwd, bij zich aan huis. Zoo
weet men van zijne collega's nog eens iets meer, dan hoe zij exerceeren.
Dat er afscheiding van wapens in Holland bestaat, is niet te loo
chenen en is zeer verklaarbaar, zoolang er nog verschil in fortuin
bestaat en daardoor, ook verschil in levenswijze en kringen waarin
men verkeert. Waar zou de arme iufanterieluitenant b.v. den stein-
reichen cavalerist willen ontmoeten, zoodat er aanleiding tot intiemen
omgang ontstaat? De een kan eenvoudig niet met den ander gelijk
opgaan, en waar de maatschappelijke toestand toenadering belet,
blijft die natuurlijk ook uit.
Juist op dit gebied ontloopen de Indische officieren elkaar niet veel
en daarin moet de verklaring gezocht worden, dat de afscheiding
tusschen de wapens hier minder sterk spreekt.
Nu weet ik wel dat er in Holland bereden officieren zijn, die met
een soort dédain op den tevoetgaanden collega neerzien, maar door
gaans zijn dat de piepjoDge en met de jaren wordtdit h.e 1 veel beter
Kijk dan eens hoe in Holland een jong officier bij zijn regiment
verwelkomd wordt, hoe daar de chef den onervarene den wegwijst
in het zich presenteeren, en stel u dan eens u zelf voor, toen u in
uw eerste garnizoen uitstapte uit den reiswagen en in het hotel uw
intrek namniemand bekommerde zich om u en als u vergat u aan
één officier te presenteerca, tien tegen écu, dat den volgenden dag
van u verteld werd: „Dat is zoo'n rare, die presenteert zich aan
niemand!" In Holland staan een paar collega's u al op te wachten