32 Doch stel dat dit beginsel onjuist is, dan blijft toch waar, dat het bevattingsvermogen van leerlingen uit de drie hoogste klassen eener H.B.S niet of althans niet noemenswaard minder is dan dat der ca detten aan de K.M.A. In die drie hoogste klassen worden veel meer uren aan Fransch besteed dan aan de K.M.A. aan Maleisch; terwijl er eeu voorberei- ding is geweest van twee klassen H.B.S. benevens 500 uur op de lagere school. Ik wil mijn conclusie dan ook wel aldus formuleeren Indien de cadetten bij hun komst op de K. M. A. reeds onderwijs hadden genoten in Maleiscb, en wel 500 uur benevens nog 2 jaren a een of twee uren per week, en zij kondeu dan bij het verlaten der K. M. A. bedoelde taal nog niet behoorlijk spreken Vermoedelijk zullen er zijn, die hiertegen aanvoeren dat het Maleisch zoo uiterst gemakkelijk is. Die dit beweert, kent het Maleisch niet. Ik stel daartegenover de meening van iemand, die promoveerde in de Indische talon en die op t oogenblik in de hoofdstad van ons land leeraar is in de Haleische, Spaansche en Italiaansche (aal, waaruit men zou kunnen besluiten, dat hij alleszins bevoegd is de moeilijkheden verbonden aan 't leeren van Westersche- en Indische talen te vergelijken; welke meening luidt, dat een Nederlander, die nimmer in Indië is geweest, gemak kelijker een (1) onzer Westersche talen dan een Indische, welke ook, kan aanleeren. Bij de vergelijking van het aantal uren moet nog een factor in rekening worden gebracht, welke de getallen 140 en 86 nog kleiner maakt; n. 1. het vreemde schrift. In den tijd benoodigd voor het leeren van het schrift gaat men plus minus niets vooruit in kennis der taal. Zeer matig berekend gaan hiermede voor de taaistudie 10 uur verloren. Ik geloof dus bij mijne conclusie te kunnen blijven aan den lezer de keuze welke en ik voeg er thans als slot aan toe: dan zou het resultaat van het onderwijs in het Maleisch aan de Kon. Mil. Academie 1) Bedoeld is Fr. A. A. Fokker. In 't artikel waarin hij deze bewering neerschreef en dat ik tot mijn spijt niet bij de hand heb, staat naar ik mg haast met zekerheid meen te herinneren zelfs twee onzer Westersche talen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 44