445
Schijfschieten. Wie geeft eene goede regeling aan waarbij slechts na
elk vijftal schoten aangewezen behoeft te worden? Dat zou de oefzoo
lange en vervelende schietoefeningen, die zoo aangenaam mogelijk ge
maakt moeten wordeD, zeer verkorten. Wie?
Si Anoe.
Doode letter.
Met betrekking tot de hieronder genoemde onderscheidingsteekenen
vinden wij in de Koninklijke Besluiten
1. Atjeh-medaille. Het lint wordt niet zonder de medaille gedragen.
2. z. g. Expeditiekruis het eersteeken
3. Lombokkruis. het kruis
4. z. g. Officierskruis. Het eereteeken wordt nimmer anders dan
van de vastgestelde grootte, en het lint nimmer zonder hetzelve gedragen.
5. z. g. Dienstmedaille. Hoewel een soortgelijke bepaling ontbreekt,
zal men in verband met de punten 1 fc/m 4 wel mogen aannemen dat
ook hier het lint niet zonder medaille mag worden gedragen.
6. M. W. O. Een ieder, die de eer heeft tot de Militaire Willems
orde te behooren, zal altijd in het openbaar met het ridderteeken verschijnen.
Deze bepalingen worden al zeer weinig opgevolgd. Die opmerking
geldt in geringe mate t. o. van de actief dienenden (b. v. als zij zich in
burgerkleeding bevinden), maar ten zeerste voor hen, die het leger
hebben verlaten.
Dragers van linten, genoemd in punt 1 t m 5, kan men in patria
dagelijks tegenkomen. Ja zelfs, al heeft de Nederlander het in de
lintjesjagerij en dragerij gelukkig niet tot de hoogte van den Franschman
gebracht, men kan in ons land knoopsgaten ontwaren, die op de zonder
lingste wijze „gemeubileerd" zijn. Dan ziet men de kleuren van den
Nederlandschen lintenregenboogoranje, nassaublauw, nassaublauw-oranje,
oranje-nassaublauw, een beetje wit, een beetje groen, smakelijk door-
eengemengd tot een imponeerend mozaïek. Heel knap moet men wezen
om zoo'n modernen Gordiaanschen knoop te ontwarren.
Het lint van een Atjeh- en een dienstmedaille, dan wel van een
Lombokkruis alleen, handig toebereid, geeft het aanzien van een ridder
van de M. W. O. of „in" den NL.
Een dienstkruislint in rosetvorm leent zich tot het officiersschap „van"
of „in" (een vaststaande jurisprudentie daaromtrent ontbreekt nog) de O. N.
Bezit men het expeditiekruis, men kan de glorie van de gemarkeerde
Nederlandsche Orden verhoogen door een uitheemsch groen tintje, bv.
van Eikenkroon of Simon Bolivar.
Wie denkt dat ik overdrijf, noodig ik in Den Haag.
De bedoeling der opgesomde bepalingen is waarschijnlijk een zichtbaar
