449
geveer als volgt te redigeeren. „Ook onder de onderluitenants en
adjudant-onderofficieren d.d. officier worden meermalen bijzonder
geschikte personen voor den dienst bij de depotbataljons aangetroffen."
Of eischt men werkelijk uitsluitend bij uitstek geschikte „drilmeesters"
en wordt opvoeding van den recruut tot soldaat, waarvoor, naar onze
meening, juist uitermate geschikte officieren noodig zijn, geheel buiten
beschouwing gelaten. Zou een troepenofficie?'" toen hij zijn artikel
„Onze inlandsche fuseliers", schreef, ooit een zoo negatief resultaat
verwacht hebben
Takchus.
Groot tenueeene ramp. De order, vaststellende het nieuwe groot
tenue bereikte mij diep in de binnenlanden, nog juist in tijds om bij
een goed bekend staand kleermaker in Europa eene jas te bestellen,
met z. g. „echt" gouden tresweilc.
Even voor Januari 1898 arriveerde dat kleedingstuk, behoorlijk ver
zekerd in een blikken trommel en in vloeipapier verpakt.
Toen het treswerk van die jas, zwart en ontoonbaar was geworden
(Juni 1898) droeg ik een welbekend tailleur te Batavia op, die jas
nogmaals van „echt gouden" treswerk te voorzien.
Toen dat treswerk zwart en ontoonbaar was geworden (Januari '99)
nam ik een proef met „nieuw procédé."
Nu dat „nieuw procédé" zwart en ontoonbaar begint te worden....
Moet het lijdensverhaal nog verder worden voortgezet?
Het is mij bekend, dat vele van mijne kameraden eene ondervinding opde
den, die weinig van de mijne verschilt. Ieder, die een plaats bezoekt
waar vele officieren in groot tenue bijeen zijn, zal zich kunnen over
tuigen dat van verscheidenen dit „groot tenue" na een zeer schaarsch
gebruik van nog geen anderhalf jaar, lang geen „galakleed" meer is.
Zouden zij, die waken voor de belangen van het Indisch officiers
korps geen poging willen en kunnen doen om te verhoeden dat leden
van dat korps, ter wille van een „groot tenue", verplicht zijn tot eene
uitgave (binnen twee jaar) van 40 -+- 40 14 gulden?
H.
Kleine tenue in het hlauw met sabel. Eene vraag. Bij het ver
welkomen en uitgeleide doen van hiërarchiek boven den verwelkomer of
uitgeleider gestelde chefs wordt gedragen „kleine tenue in het blauw
met sabel."
De gebruikelijke opvatting van die bepaling brengt mede dat ook
„afgetreden" chefs door vroegere inferieuren „in het blauw" worden
uitgeleid. Zoo kan men herhaaldelijk aan een station aantreffen een