469 -
Is eenmaal dat overgangstijdperk voorbij, dan worden dus de voor
enkele categoriën van officieren meer benoodigde gelden gevonden door
verlaging van de inkomsten van anderen.
Daardoor zal dan de positie verbeterd worden vaD, naar we hopen,
hen, die zulks het meest behoeven.
Voorwaar! een stap in de goede richting!
En nu moge het onaangenaam zijn voor heD, die daartoe een deel
hunner inkomsten of beter gezegd van de inkomsten, die zij hoopten
te verwerven, moeten missen; indien die lotsverbetering echter niet
gevonden kan worden door permanente verzwaring der begrooting en
indien het voorts werkelijk mogelijk is sommige inkomsten te ver
minderen, zonder dat van slechte betaling sprake kan zijD, dan wordt
hiermede de billijkheid betracht en zulks moge een troost zijn voor
hen, die een deel van het hunne zullen moeten offeren aan hunne slecht
bezoldigde kameraden.
Indien echter eerst dan bij de begrooting met de in overweging
zijnde voorstellen rekening zal worden gehouden, wanneer de begro
tingscijfers een gunstiger beeld zullen toonen, dan zullen zij, die naar
aanleiding van 's Ministers woorden reeds hoopten op verbetering
hunner geldelijke positie, bitter teleurgesteld worden. Het beeld toch,
dat de begrootiug toont, wordt van jaar tot jaar minder rooskleurig en bij
de vele andere dringende eischen van verbetering en hervorming is
niet te verwachten, dat daarin binnen kort verandering zal komen.
En toch verbetering is noodig, hoog noodigOm dit te doen zien,
zullen wij trachten hieronder in 't kort een beeld te geven van de
geldelijke positie der officieren van af hunne aankomst in Indië tot
het oogenblik, dat de meesten hunner het leger vaarwel moeten zeggen
en haar tevens vergelijken met die van eenige andere Indische ambte
naren, meer in 't bijzonder met die van het Binnenlandsch-Bestuur.
Onder de Indische ambtenaren mag een 2e luitenant zich tot de
meest bevoorrechten op financieel gebied rekenen. Het hem toege
kende inkomen is zeer voldoende te noemen, vooral in verband met
de betrekkelijk geringe diensten, die hij presteert. Want, al moge
ook in naam zijn werkkring dezelfde zijn als die van den oudsten
len luitenant, in werkelijkheid is althans gedurende de eerste twee
jaren zulks geenszins het geval. In den beginne is hij recruut in