470
den volsten zin des woords. Hij moge theoretisch nog zoo goed zijn
onderlegd, zijne practische kennis laat uit den aard der zaak zeer
veel te wenschen over. De toestanden in de Indische kazerne zijn hem
onbekend, met den soldaat heeft hij (althans voor zoover hij van de Aca
demie afkomstig is) nog niet leeren omgaan (gelukkig zijn in den laat-
sten tijd op dit punt gewichtige verbeteringen te constateeren), de Malei-
sche taal is hij niet machtig, n'en déplaise de daaraan in Nederland
besteede lesuren, de inlandsche soldaat met zijn karakter, zoo geheel
afwijkend van het onze, is hem een raadsel. Dit alles en nog veel meer
moet hij leeren en de tijd noodig om zich in den dienst thuis te
gevoelen, om partij te kunnen trekken van de theoretische kennis in het
moederland opgedaan, is niet zoo kort als men oppervlakkig wel
zoude denken. In de meeste gevallen kan de officier eerst na een
paar jaren als practisch voldoende gevormd worden beschouwd.
Al te ongunstige gevallen daargelaten, volgt dan binnen niet te
langen tijd de bevordering tot len luitenant met de daaraan verbon
den tractementsverhooging. Gedurende de eerste jaren van de loop
baan is de bezoldiging, hoewel ver van overdadig, dus zoo, dat niet
met grond mag worden geklaagd.
Na een officiersdienettijd van 8 a 10 jaren is de toestand echter
minder bevredigend geworden.
Tal van omstandigheden zijn oorzaak dat dan een uiterst voor
zichtig financieel beleid gevorderd wordt om te zorgen, dat de
uitgaven de inkomsten niet overtreffen, en dat dit beleid vaak
faalt. Onder die omstandigheden bekleedt het aantal overplaatsingen
en daar is men in het leger niet zuinig mede een eerste plaats.
Wel is waar ondergaat men die ook in de eerste jaren van zijn
diensttijd, doch ze zijn dan niet zoo drukkend, hebben niet zulke
groote financieele gevolgen als in de periode, die wij nu op het
oog hebben. Yerreweg het grootste deel der jongere luitenants is
namelijk ongehuwd en van hen, die gehuwd zijn, is het gezin vrij
klein, de financieele gevolgen aan de overplaatsing verbonden zijn
uit den aard der zaak geringer en gemakkelijker te boven te
komen dan later, ais het gezin zich heeft uitgebreid.
Daarenboven heeft men ook op dit gebied een zekere mate van
„Ausdauer" en komt men eer3t na een 2e of 3e overplaatsing tot