478 kansen heeft als een man in normale omstandigheden in Nederland van 45, een Indisch officier van 45 jaar de sterftekansen van een man van 57 jaar. Deze hoogst ongunstige toestand is volgens den hoogleeraar uit sluitend aan den dienst der Indische officieren te wijten. ZHEG. zegt: „de afwijking van de sterftewet is niet gering en boven mijne verwachting. Tusschen den 28 en 40 jarigen leeftijd is de sterfte buitengewoon groot, daar zij overeenkomt met een leeftijd van 10 tot 15 jaren hooger in Nederland. Het sneuvelen heeft hierop wei nig invloed. Doch de vermoeienissen en gevaren aan het leven van den officier verbonden, hebben blijkbaar op de sterfte een hoogst nadeeligeu invloed. Na den 50 jarigen leeftijd wordt de verhouding beter enz." Wi) zouden hierbij de pen kunnen neerleggen en ons vleien te hebben aangetoond dat de inkomsten der officieren, althans in de lagere rangen, te gering zijn; te gering als men let op de maatschappelijke positie, op de stu die, die aan het verwerven van den rang voorafgaat, op de eischen, die de vervulling der betrekking stelt; te gering voor eene betrekking, die zulk een groote sterftekans aanwijst van de kans om wegens ziekte afgekeurd te worden, wordt nog niet gesproken; te gering als men de bezoldiging vergelijkt met de geldelijke positie van andere ambtenaren, die de officier noch in wetenschap, noch in gezond verstand, noch in physieke „Leistung", noch in toe wijding, noch in belangrijkheid der betrekking als zijn meerdere behoeft te beschouwen. Wij willen echter nog met een enkel woord aangeven hoe het onzes inziens mogelijk zou zijn om de dringendst noodige verbe teringen tot stand te brengen. En hierbij willen wij volkomen rekening houden met den naar men beweert zoo ongelukkigen toestand van 's Lands schatkist. Wij willen trachten aan te toonen, dat het mogelijk is voor hen, die het het meest behoeven, eenige verbetering te verschaffen, zonder dat blijvende uitgaven daarvan het gevolg zijn. Natuurlijk moeten dan tegenover de traktementsvermeerderingen, elders inkomstenverminderingen staan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 492