EEN EN ANDER NAAR AANLEIDING AN EENE BESCHOUWING
OVER HET VOORLOOPIG SCHIET VOORSCHRIFT DER IN
FANTERIE MET HET GEWEER MOD. 95" DOOR SLAG-
PIN (Jaargang 1898, blz. 861) BENEVENS EENIGE
EIGEN BESCHOUWINGEN OVER DAT
VOORSCHRIFT.
Na het lezen van bovenbedoelde „beschouwing" kwam het mij
voor dat de opmerkingen van S. slechts op weinig plaatsen getui
gen van een voorafgegaan ernstig onderzoek; tal van onjuistheden
ontsieren het artikel, terwijl uit het hier en daar medegedeelde
blijkt, dat S. het voorgeschrevene waarschijnlijk niet altijd even goed
overdacht, en daardoor ook niet geheel begrepen heeft.
In het volgende hoop ik mijne meeniug te bewijzen.
Reeds do titel is onjuist. Eene kleinigheid zoo men wil, maar
een schietvoorschrift is nu eenmaal iets anders dan een voorschrift
voor de schietoefeningen.
Daarop begint S. zijne beschouwing met een m.i. zeer onverdien
den uitval tegen onze pas vervangen reglementen, die hij „voorva
derlijke voorschriften" gelieft te noemen. Blijkbaar weet hij dus
niet, dat die reglementen van 1886 dateereD, toen de daaraan voor
afgaande door eene Commissie van Indische, goed bekend staande
officieren, in Indië herzien en in menig opzicht gewijzigd en verbe
terd zijn. Dat daarin toen ook een deel van het oude behouden
moest blijven, is licht te begrijpen, als men bedenkt, dat in de laatste
10 jaren noch de toestanden in het leger, zooala bewapening, dienst
tijd, enz., noch de tactiek van den inlandschen vijand noemenswaard
veranderd waren, zoodat vele bepalingen, wier deugdelijkheid te velde
gebleken was, natuurlijk ook weer eene plaats in de nieuwe regle
menten kregen.
Doch ook iets geheel nieuws kwam toen tot stand, dat wel eene