487 terwijl zijne geschiktheid om te velde te trekken er om de boven aangehaalde reden niet op verbetert. Een midden-weg hiervoor ware, om, evenals vroeger, bij elk Depot-Bataljon eene compagnie te bestemmen tot ontvangst der afgerichte recruten, die dan daar verder worden opgeleid en eerst dan overgaan bij een veld-bataljon, als zij de gewone oefeningen van deze kunnen volgen. Hierdoor zou echter de sterkte der Depot-Bataljons zeer stijgen, zoodat eigen lijk de eenig rationeele weg is, naast de Depot-Bataljons Reserve bataljons op te richten, waar de afgerichte recruut geheel tot sol daat wordt opgeleid, en die dan tevens zouden kunnen dienen om, in normalen toestand van het leger, de reconvalescenten op te nemen. Keeren wij, na deze uitweiding, weer tot de beschouwingen van Slagpin terug. Dat de oorzaak van het slechte schieten van den soldaat daarin moet gezocht worden, dat de voorbereidingen hem zenuwachtig maken, kan waar zijn, als de instructeurs niet voor hunne taak bere kend zijn; zijn zij dit wel, dan zal die zenuwachtigheid wel tot een minimum teruggebracht worden. Dat echter vele instructeurs minder geschikt zijn voor de opleiding in het schieten, geef ik gaarne toe, nu met de opheffing der Inf». schietschool ook de gelegenheid tot vorming van goede instructeurs in die richting is weggenomen. De opmerking betreffende het kamerschietmaterieel geldt zeker de oude geweren, het bij het nieuwe geweer behoorende voldoet goed. Of het toestelletje, op blz. 865 beschreven, den man werkelijk het geleideljjk afdrukken zal leeren, staat nog te bezien. Ik hecht niet veel aan toestelletjes en houd meer van goede instructeurs, zoowel officieren als kader. Ofschoon ik het in 99 genoemde aantal van 16 goed gerichte schoten ook vrij hoog vind, moet ik opmerken, dat de woorden goed en gericht in het V. V. van elkaar geschreven staan en dat op den voorgrond gesteld wordt, dat de soldaat vlug kan richten en af trekken. Men heeft dus slechts te controleeren of de schutter den noodigen tijd tot richten neemt; overigens acht ik 14 schoten per minuut ook zeker voldoende, 114. Het spreekt van zelf, dat de Dl. I, 1899. 32.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 501