502 Sedert het midden der 18e eeuw is de kwestie van het rookvrij of rookzwak zijn van het kruit een voorname factor, een factor van zulk een beteekenis, dat men het jaar 1750 ongeveer als uitgangs punt neemt van een nieuw ontwikkelingstijdperk. Hiervan uitgaande krijgt men 't navolgende verloop. Niettegenstaande de theorie van Stahl, dat de zwavel in het oude zwarte kruit onmisbaar is, beproefde Le Blond in 1756 kruit te vervaardigen zonder en met zeer iveinig zwavel. Het resultaat was minder rook en onder gunstige omstandigheden grootere krachtsont wikkeling; deze producten beantwoordden echter niet aan de eischen van den tijd. Zoo bleef het oude zwavelgehalte vrij constant tot onge veer het jaar 1880, toen de vooruitgang op het gebied der wapen techniek de behoefte naar rookzwakke, krachtige en langzaamver- brandende voortdrijvingsmiddeleu met een klein zwavelgehalte ge biedend eischte. Toen in 1786 Berthollet trachtte een kruitsoort met weinig zwavel gehalte samen te stellen door Chloorzure Kali in (KC103) inplaats van salpeter KN03 te gebruiken, waren Lavoisier en Berthollet bijna het slachtoffer van hunne onderzoekingen geworden de brisante werking van dien stof deed zich gevoelen door het in de lucht vliegen van hun fabriek waardoor het volkomen duidelijk bleek, dat deze kruitsoort ongeschikt was als voortdrijvingsmiddel. In de Fransche revolutie beproefde men men de Kalisalpeter KNOs te vervangen door Ammoniaksalpeter (NH4) NOa die geen vast overblijfsel naliet; daar dit zout zeer vluchtig is, kon men eerst later het op zeer beperkte schaal bij de bereiding van rookzwak kruit gebruiken. Werd reeds in de Middeleeuwen het Pikrinezuur C6 H4 (N02)g OH in explosieve stoffen gebruikt, eerst in 1799 vindt men het gebruik van prikrine zure kali (kaliumpikraat) door Weiter bjj de kruitfabricatie ingevoerd. In 1809 werd het Ammoniumpikraat door Dulong veelvuldig bij de vervaardiging van rookzwakke kruitsoorten gebruikt, terwijl deze stof eerst bij de verbeterde methode voor den aanmaak van Nitrocellulose of schietkatoenkruit geheel verdrongen werd. In 't jaar 1832 bereidde Braconnet uit sterk geconcentreerd sal peterzuur en cellulose onder toevoeging van water een gemakkelijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 516