507 einden. Zooala reeds in den beginne gezegd, hield Oostenrijk het langst Tol, doch in 1862 werd het schietkatoen als voortdrijvings- middel ongeschikt verklaard en in 1865 eveneens als springmiddel. In de tweede periode komt het nitrocellulose voor als schietprae- paraat voor geweren in handen van particulieren en begint men het als springmiddel zoo chemisch zuiver mogelijk samen te stellen, ter wijl men in de 36 periode het de overbodige brisante uitwerking weet te ontnemen en het zijne toepassing vindt als schietpraeparaat in hand vuurwapenen. In deze periode staat dus eindelijk na vele lotgeval len het procédé door Schönbein ontdekt eerst op de hoogte, waarop hij het zich gedacht had. 1' Tijdperk. Spoedig na de uitvinding van het nieuwe voortdrijvende middel was men het eens over de uitstekende eigenschappen, die het boven het zwarte kruit vertoonde en wel, een veel grootere krachtsontwikkeling, bijna geen rook, weinig vast overblijfsel, aanmerkelijk mindere ver hitting van den loop, minder knal en een geringeren terugstootdoch daartegenover cyferde men de slechte eigenschappen niet weg en wel de gevaarvolle bereiding, de ongelijkmatige en te groote brisante uitwerking op de vuurwapens. Alhoewel in het jaar 1846 de vuursnelheid nog niet groot genoeg was om de belangrijke voordeelen naar waarde te schatten, die voortspruiten uit de verminderde rookvorming en het achterblijven van weinig vast overblijfsel, daar de gladde voorladers met groote speelruimte en slecht aansluitende kogels dit niet eischten, zoo was men toch bijzonder met het nieuwe voortdrijvingsmiddel inge nomen en hechtte men zeer veel waarde aan de groote verbranding snelheid. De eerste vergelijkende gegevens van zwart kruit en schietkatoen zijn van Schönbein zelf, die in 1846 uit Engeland schreef: drie gewichtsdeelen schietkatoen, leveren in geschut evenveel op als 8 deelen best zwart kruit", dus 2^ maal grooter uitwerking dan het oude kruit, eene verhouding, die men telkens terug vindt. Zoo b.v, bij het geweerkruit in Frankrijk (1847 en 1848) en in het nieuwe Duitsche schietreglement voor de veldartillerie, waar 0,64

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 521