514 genitreerd te zijn, tot pluksel werd verwerkt en daarna geperst werd. De groote gasdruk verminderde niet, zoolang het schietkatoen zijn organische samenstelling behieldreeds kort na de uitvinding gaf Dr. Hartig den weg aan, dien men moest inslaan, doch die niet ge volgd is hij spreekt namelijk in een zijner geschriften over de behan deling met azijnaether en juist in deze handelwijze, het gelatineeren der nitrocellulose, ligt het geheim om de groote brisante werking weg te nemen, hetgeen volmaakt bereikt wordt, wanneer men het met persing doet samengaan. In 1847 stelde men door proeven vast, dat er sterk genitreerde in aetheralcohol onoplosbare- en zwak genitreerde in aetheralcohol op losbare nitrocellulose bestond. De arts Jung in Basel paste de oplosbaarheid in aether toe om bij wonden pleisters te vervangen, daar na verdamping der aether een vlies (hoornachtig vel) overbleef, dat de wond luchtdicht afsloot; deze lijmachtige stof noemde hij collodion, later werd die stof bij het photographeeren gebruikt en eerst Gaudin gebruikte het collodion om er mede te schieten, doch het vaste overblijfsel was te groot en de ballistische eigenschappen konden niet opwegen tegen die van het onoplosbare of sterk genitreerde schietkatoen. Met vluchtige zuren kan men echter veel sterker genitreerde col lodion kruitsoorten maken, waarover de Overste von Wuich een en ander mededeelt. De verdere theoriën en proeven van Eder omtrent het bestaan van een soort tusschen trinitrocellulose of zeer ontplofbaar schietkatoen en collodionkruit of dinitrocellulose, laat ik hier onbesproken, en maak er alleen gewag van, dat von Lenk in 1860 zijn methode zoover ontwik kelde, dat hij zelfs een bronzen geschutconstructie voor schietkatoen ladingen wist in te voeren, die na gunstige resultaten echter den 30en Juli 1862 aanleiding gaf tot de ongelukkige ontploffing op den Hirtenberg, terwijl het in de lucht vliegen van het magazijn bij Wie- ner-Neustadt den llen October 1865 noodzaakte tot de totale afschaf fing van het schietkatoen te besluiten. II' Tijdperk. Aan professor Prederik Abel, chemicus van het Engelsche de-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 528