41 En mama moet zich vergenoegen met de illusie, dat een goedhartige politie-agent het verloren schaap wel weder terugbrengen zal. Nu goed, zelfs al brengt men hem terug, dan kost het haar toch nog een fooi. Wij Nederlanders weten het bij ondervinding: Kaap de Goede Hoop, Ceylon, Berbice, Demerary enz. dat waren allemaal fooien aan den eerlijken vinder. Zou 't nu niet verstandiger zijn, en op den duur goedkooper, en flinker, om zelf te zorgen, dat wij de zaken bewaren kunnen. Ik herhaal het, en zal het zoo noodig nog honderdmaal herhalen: „Indië moet in militairen zin zoo zelfstandig mogelijk zijn" dat is in 't belang van Nederland. Wanneer de moeder, waarvan ik zooeven vergelijkenderwijze sprak, haar zoon tot een fermen, pootigen kerel had opgevoed, zou hij haar denkelijk nog van nut hebben kunnen zijn, nu zal hij steeds een zwakke blijven. Zij, die tegen noemenswaardige zelfstandigheid van Indië zijn, beweren dat het lot van Indië zal worden beslist in de stelling van Amsterdam. Allons done! Lagen de sleutels van Cuba, Porto- Rico en de Philippijnen dan te Madrid. De fusie zal het streven naar zelfstandigheid voor Indië een zwaren slag toebrengen, daarom roep ik allen, die met mij de noodzakelijk heid van Indië's eigen, onafhankeljjke verdediging erkennen, met geest drift te wapen tegen de fusie. Da S. heeft mij duidelijk doen be seffen, dat zijn beginsel een ondermijning zou zijn van mijn streven, en daarom: Le fusionisme, voila l'enuemi Hetgeen S. aanvoert tegen mijn plannen qua uitvoerbaarheid en levensvatbaarheid, raakt natuurlijk de fusie niet; voor ditmaal, om van de redactie niet te veel ruimte te vragen, bepaal ik mij dus tot het bovenstaande en laat zijn eerste bedenking onbeantwoord. S. leide er evenwel niet uit af, dat ik geen tegen-argumenten tot mijne be schikking hebben zou. Wel is zijn bezwaar op dit punt ernstiger, doch afdoende is het m. i. niet. Hierover wil ik gaarne, zoonoodig, in meerdere bijzonderheden treden. B.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 53