- 543
op den 7en Februari 1 paard van den ld. kolonel der infanterie II.
Krull
op den 12ön Februari 1 paard van den len Luit. adjudant der infanterie
A. C. C. Musch
op den 21en April 1 paard van den kapitein der genie IV. R. de Greve en
op den 7en December 1 paard van den len Luit. der artillerie C. Filhri.
Voor al deze paarden werd een bedrag van f 260 aan de eigenaars
uitgekeerd, tengevolge waarvan de deposito's der leden verminderden
met respectievelijk f 1.20, 1.30, f 1.40 en f 1.30 voor elk ingeschreven
paard.
Het saldo in kas bedroeg op 1 Januari 1899 f 1597.895waarvan
1500 ingeschreven op de Bataviasche Spaarbank en f 97.89s aan con
tanten. Onder dit bedrag is f 1531,50 begrepen aan deposito's der leden.
Bovendien kwam op dat tijdstip nog ten bate der vereeniging:
aan briefkaarten, post- en plakzegels enzf 18.00
aan nog te innen contributie van 3 leden5.20
aan rente van het uitgezette kapitaal44.31
Totaal, f 67.51
Hot feitelijk saldo in kas (reservefonds) der vereeniging bedroeg dus
op één Januari 1899 f 1597.89s f 1531.50 ƒ67.51 133.905, alzoo
een vooruitgang met het voorafgegane jaar, op welks einde dat saldo
f 99.bedroeg, van 34.905.
In Januari 1899 trad de Heer A. Risjes op verzoek als commissaris
af en werd hij vervangen door den Heer G. N. van Alphen de Veer.
Weltevreden 10 Mei 1899.
De Directeur,
T. F. M. Bücker,
le Luit. der artillerie.
N. B.
H. H. Correspondenten worden beleefd uitgenoodigd alle voor het be
stuur bestemde stukken te adresseeren aan: Den Directeur der Vereeni
ging tot onderlinge assurantie van officiersrijpaarden te Weltevreden.
CORRESPONDENTIE.
Kapitein Weber. Ik kan niet aan uw verzoek voldoen. Uw artikel zal
opgenomen worden, zoodra er plaatsruimte is.
V2. Soerabaija. Uw artikel komt in aanmerking voor plaatsing zoodra er
ruimte beschikbaar is. Waarom onderteekent gij uw werk niet. Van des
kundige zijde ontving ik een zeer gunstig oordeel over uw arbeid.
Eed.