50
sees over den GHé Gapoej naar Segli terug, terwijl de Opperbevelhebber,
vergezeld door een peloton cavalerie, den wegaanleg nabij Grong-
grong ging opnemen.
Den li"1™ en 12dtn Augustus werd voortgegaan met den wegarbeid
Lho Igeuëh Glé Gapoej en Glé Gapoej Kota Mantröë Garot.
Op den laatsten dag meldden zich de hoofden van Oedjong-Rimba
en verzochten met de bevolking in hunne kampongs te mogen terug-
keereD, hetgeen werd toegestaan.
De bezetting van Grong-grong werd met een peloton inf. versterkt
ten einde de werkzaamheden aan den weg Grong-grong Padang
Tidji goed te kunnen dekken.
Op den 13deu Augustus werd een transport vivres van Segli over
den Gle Gapoej naar Lho Igeuëh gebracht, zonder ontmoeting met
den vijand.
De dekking van de wegopname voorbij Grong-grong werd licht be
schoten uit Seuleungö en het heuvelterrein, waardoor 1 inl. fuselier ge
wond werd. Twee gewapende Atjehers vielen ons in handen.
Den 14den Augustus ging de kolonel van Heutsz, vergezeld van
een peloton cavalerie, naar den Glé Gapoej om zich van den stand
der werkzaamheden te overtuigen.
s Avonds te 7 uur N. M. rukten de marechaussées en twee com
pagnieën van het 2d0 Reserve Baton onder den majoor Brandenburg
uit naar Padang ïidji, ten einde te trachten Polim op te lichten
die met zijn volgelingen in tijdelijke nederzettingen zou huizen in
het heuvelterrein nabij de kroeng Oatoeë.
De troep ondervond door de groote duisternis en het overtrekken
der riviertjes veel oponthoud, zoodat eerst te 10 uur 15 N. M
Grong-grong en om 6 uur 5 de sawah ten Z. van Palöh Keurèb werd
bereikt. Op de Zuidelijk daarvan gelegen heuvels werden 8 kleine
versterkingen gezien, waaruit de vijand het vuur opende. Met de
marechaussees en een compagnie in gevechtslinie, en een compagnie
in reserve, werd tegen de positie opgerukt en de vijand met ach
terlating van 3 doodon verdreven, waarbij ons 1 Boaumontgeweer