51
in handen viel. Een deel der colonne Willems rukte uit naar Tangséh.
Den 15den en 16den Augustus werd voortgegaan met wegwerken,
en opvoeren van vivrea. Den 16den werd voorts bericht ontvangen
dat T. Oemar met een deel zijner benden naar Tangséh zou zijn
afgetrokken.
Den 17den Augustus keerde de colonne Willems van Tangséh terug.
Deze colonne, bestaande uit het 2de Baton, één compagnie van het
3dl- Bat011 en sectie genietroepen, met zich voerende voor vier dagen
vivres, was den 14d™ Augustus op marsch gegaan, nadat het bi
vak Lho Igeuëb, waarin 3 compieëa van het 3de Baton, 2 pelotons
cavalerie, 2 sectiën artillerie en sectie genietroepen achterbleven,
den vorigen dag verkleind was geworden.
Gemarcheerd werd over Treuëng Poedéng en Keumala Dalam,
op welke plaatsen de colonne uit het heuvelterrein op grooten af
stand licht beschoten was, naar Geunië, een kleine kampong aan den
bovenloop der Pidië-rivier in het gebergte. Van Keumala Dalam naar
kampong Geunië werd de bedding der Pidië rivier gevolgd, die door
een bergkloof stroomt, welker wanden zeer steil en onbeklimbaar
zijn. In Geunië, 5 K. M. Zuid van Keumala Dalam, werd het
bivak betrokken; de nacht ging aldaar rustig voorbij.
Den 15don Augustus 's morgens te 6 uur 15 werd de marsch vervolgd
en om 9 uur 50 de kamp. Beungga bereikt, die uit een 5-tal kleine
woningen bestaat. Oaderweg waren slechts enkele schoten gevallen.
Te 12 uur 30 N. M. kwam de colonne aan den ingang van
een kloof, die volgens het zeggen naar Tangséh zou voeren.
Deze kloof, 1 uur lang en waardoor de Pidië-rivier stroomt,
is aan den ingang 20 M. breed en vernauwt zich tot 4 a 5 M.
De wanden, verrijzen steil en zijn op sommige plaatsen 100 a 200
M. hoog en zwaar begroeid, terwijl bij zware regens bandjirs haar
onbegaanbaar maken.
De ingang van de kloof werd versterkt en versperd gevonden,
en weldra ontving men van daar vuur, waardoor de lBte Luitenant-
Adjudant Gooszen van het 2de Baton niet levensgevaarlijk werd
gewond. Te 1 uur 30 N.M. was de versperring door de genietroe
pen opgeruimd en de vijand door de voorhoede verdreven, waarop