60 gaan, nu eenB klimmend, dan weer dalend over het Birisan gebergte, dat hier naar achatting een hoogte van 2500 voet bereikte. Hoewel de bedoeling was, om in Zuidelijke en Zuid-Oostelijke richting voort te gaan, werd de colonne door den loop der ruggen, die in hoofdzaak gevolgd moesten worden, meer en meer in een Zuid-Westelijke, ten slotte in een recht Westelijke richting gevoerd, die ons om 6 uur 's avonds bij een bergstroompje bracht, dat van Noord naar Zuid voerde en ons dus de overtuiging schonk dat de waterscheiding tusschen Noord en Westkust gepasseerd was. Aan den oever van dit riviertje werd het bivak in het bosch opgeslagen en het noodration genuttigd; een gedeelte van den trein en li compagnie dekking moesten bij gebrek aan ruimte op het pad in het bosch hunne tenten opslaan. Marschbevel voor den 25sten Augustus 1898. Boschbivak, 25 Augustus 6 uur Y. M. In dezelfde volgorde als gisteren wordt heden om 7 uur 30 V. M. afgemarcheerd en de loop gevolgd van de rivier, waaraan wij thans bivakkeeren, (stroomafwaarts). Nadat de nacht onder een plasregen en onder den vrijen hemel was doorgebracht, werd den 25Bten des morgens om half acht afge marcheerd. Waar wij waren wisten wij niet, daar de opnemer zij De opname had moeten staken en men door de vele zware hellingen geen goed denkbeeld had van den afgelegden weg; ook de naam van het riviertje was ons onbekend, terwijl wij zoodanig door bergen waren ingesloten, dat orienteeren niet mogelijk was. De rivier moest echter naar een vlakte leiden, en welgemoed werd de marsch aan vaard, door de met zware rolsteenen bezaaide kali, langs welker boorden de bergen steil omhoog rezen. Tot 12 uur Y. M. werd deze weg gevolgd, toen werd het punt bereikt, waar de rivier in een tweede en grootere rivier viel, die van West naar Oost stroomde, en naar onze meening de kroeng Tamséh moest zijn. Yoetstappen en andere versche sporen langs den vochtigen en zandigen oever bewezen ons verder dat wij weder in de nabijheid van bewoonde oorden waren aangeland, hetgeen ook gestaafd werd door de aanwezigheid van een goed voetpad langs den hier lager

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 72