62 was gegaan, had de wijk genomen naar Geumpang, een plaats op 14 uur Zuid van Tameéh, en boven Melaboe gelegen. In de hoofdkampong, Poeloe Missigit, werd het bivak betrokken en den 26sten rustdag gehouden. Eenige personen, waaronder de zwager van een der kedjoeroeans, die zich kwamen melden, werden aangehouden om ons den 27sten te vergezellen op onzen terugmarsch door de kloof Beniët. Den 27sten 's morgens werd om 6 uur afgemarcheerd en vrij spoedig de waterscheiding bereikt, een zeer lage heuvelrij, die door de talrijke losgespoelde boomwortels en zwaren modderbodem den marsch zeer bemoeilijkte, zoodat eerst om 9 uur de ingang van de kloof aan de Zuidzijde werd bereikt. De kloof, die 5 K.M. lang was en aan beide zijden omgeven door bergen, die nu eens zeer steil, dan weer flauwer glooiend omhoog gingen, was op een tiental zeer oordeelkundig gekozen plaatsen zoo zwaar versperd en versterkt, dat een door dringen van de zijde van Beungga zoo niet onmogelijk, dan toch zeer bezwarend zou zijn geweest en groote offers zou hebben geëischt. Thans viel er geen schot en na 5 uur ploeteren werd de hoofdstelling aan den Noordelijken uitgang bereikt. Hier troffen wij het eerste leveosteeken van de colonne Willems in den vorm van een verlaten bivak, waarin een briefje gevonden werd, meldende dat die colonne dien morgen te 9 uur Y. M. van daar teruggekeerd was naar Keutnala Dalam. Doorrukkende naar Baungga, dat des middags te 3 uur 30 bereikt werd, stiet de colonne van Heutz nog op eene bende, die de voor ons uit marcheerende colonne Willems beschoten had en bezig was een bij die gelegenheid bekomen doode te be graven. Zij ontvluchtte in alle richtingen, een 6-tal geweren achter latende. Den 28sten te 7 uur V. M. werd van Baungga de terugmarsch naar- Segli aanvaard; te 9 uur 30 reeds was de voorhoede ten Noorden van Keumala Dalam op den Glé Meulinteuëng, waar zij gezichtsverband kreeg, met de achterhoede van de colonne Willems, die dezen morgen om 7 uur van Keumala Dalam was afgemarcheerd. Om 12 uur bij kampong Palöh en Kandang kreeg de colonne nog eenig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 74