69
Ia een der vorige afleveringen van het Indisch Militair Tijdschrift
wijdt B. eenige beschouwingen aan de mogelijkheid om uit burger
jongelieden, die vroeger in dienst geweest zijn, een reserve aan offi
cieren te vormen. Zeker is daarmede door den geachten schrijver
den vinger gelegd op een wonde plek in de organisatie van ons leger,
dat zoo vaak voor een groot gedeelte te velde is; 't beschikt over
geen officier in reserve. Hoe 't dus moet loopen, als we tengevolge
van oorlogstoestand geen toevoer uit Nederland kunnen ontvangen,
is maar al te duidelijk.
Met B's plan om op de bovenaangegeven wijze in dit euvel te voor
zien, kan ik mij echter moeielijk vereenigen. Of iemand misschien
reeds geruimen tijd geleden, eenige jaren onderofficier is geweest,
geeft toch heelemaal geen waarborgen, dat hij onmiddellijk te velde
als officier zal kunnen optreden. Hadden we geregeld manoeuvres,
misschien was er dan van die, veelal goed geschoolde, jongelui wel
wat te maken, maar we hebben heelemaal geen gelegenheid voor een
dergelijke, vooral practische opleiding.
Onze geheele reserve aan officieren zal dan ook wel bestaan en
bestaan moeten uit de weinige valide gepensionneerden, die in Indië
metterwoon gevestigd zijn. Heel veel is dat niet.
Ik heb me eens in den toestand gedacht van de officieren der,
laten we hopen, nog verre, toekomst, als de fusie er eens door zal
zijn. Eén punt wil ik nader bespreken en dat is de toestand der
gehuwden onder hen.
Heb ik de voorstanders der fusie goed begrepen, dan wenschen
zij, dat de officieren voor vijf jaar, eventueel zonder vrouw en kroost,
in Indië dienst zullen gaan doen. Dit lijkt mij nu voor niet ge
fortuneerde officieren eenvoudig ondoenlijk, als niet de tractementen
in de lagere en wellicht ook in de hoogere rangen aanmerkelijk wor
den verhoogd. Men wijst altijd op de marine, maar vergeet er dan
bij te voegen, dat de zeeofficieren bij verblijf in de tropen ruimer
worden bezoldigd dan wij en terecht. De zeeofficier kan dan ook,
mits hij zuinig is, wel wat overleggen voor de kwade jaren in Hol
land. Ik zou echter wel eens willen zien voorrekenen hoe een
lste luitenant, laten we aannemen oudste helft, hier zelf kan bestaan