I N HOU DS-OPGAVE
Opmerking over de organisatie, het materieel enz. van de
artillerie van het Nederland9ch-Indische leger; door C. Blz. 1 en 83.
Een en ander naar aanleiding van het artikel „Onze inland-
sche fuseliers" van „Een Troepen officier" (I. M. T. 1898
blz. 331); door W21.
Welke resultaten mogen verwacht worden van het onder
wijs in de Maleische taal aan de Kon. Mil. Academie?,
door C. 8pat30.
Geen fusie; door B35.
De Pedir-expeditie. (Vervolg van blz. 928 vorigen jaar
gang). Met Plaat I42 en 121.
Militaire Causerie; door Mavors65, 153, 233, 332, en
429.
Eenige aanteekeningen betreffende bevordering bij keuze
door X102.
Drukkingen en schavingen uit een militair oogpunt be
schouwd; door L. J. van Rhijn, paardenarts 2de kl.
(veearts)171.
Het schieten van artillerie over eigen troependoor A. van
Lith177.
Overzicht draagbare vuurwapenen tot 1898; door J. M.
Ente van Gils. (Met een bijlage)192.
'De Pasangan-expeditie in 1898. Met plaat II207, 286 en 359.
Gezamenlijke schietoefeningendoor G. H. Berenschot, majoor
der infanterie253.
Eene vraag van reclame (art. 3 Stbl. 1874 No. 28); door Mr.
C. A. Bergsma, auditeur-militair in de 2de Mil. afd. op
Java264.
Een en ander over de peulvruchten, welke deel uitmaken
van het ration van het Indische leger; door T. J. A Mo
lenaar, kapitein-intendant273.
Militaire overdenkingen, door X281.
De veldtocht tegen de Derwischen in 1808; door E. S. de
Klerck. Met Plaat III en IV298, 402 en 455.
Verslagen en memoriën door Si Anoe312.
Geen dienstweigering315.
Reglement over het verblijf van schepen en hunne beman
ning in vreemde havens319.
De schietopleiding onzer infanterie; door A372.