BOEKBESCHOUWING.
Verslagen der congressen gehouden bij gelegen
heid yan de nationale tentoonstelling van vrou
wenarbeid.
VIII Maatschappelijk werk der vrouw in Indië.
Amsterdam. W. Versluys, 1898.
Moge het bij den eersten aanblik vreemd lijken een beschouwing aan
te treffen in een specifiek militair tijdschrift over het in hoofde dezes
genoemde onderwerp, wij zijn overtuigd dat de sympathie, die de lezers
wan het Indisch Militair Tijdschrift in algemeenen zin voor het zich
meer en meer openbarend streven der vrouw zullen gevoelen, door ken
nismaking met het hier aangekondigd boekwerk zal stijgen.
Het is om die reden, dat wij vermeenen te moeten voldoen aan het
verzoek om het „Verslag van de driedaagsche samenkomst gehouden van
22 24 Augustus 1898" met enkele woorden in te leiden.
Als wij de overdrijving in de theoriën door enkele ijveraarsters voor
de goede zaak verkondigd buiten haakjes zetten, voelt ieder weldenkend
mensch sympathie voor het streven der vrouwen om als „ebenbürtig"
met den man te worden beschouwd, om meerdere gelijkheid voor de wet te
verkrijgen en daardoor bestaande misstanden te zien opgeheven, om zich
zelf door de vervulling van ambten en betrekkingen (die daarvoor in
aanmerking komen) verdienstelijk te maken in het belang van het daardoor
meer onafhankelijke vrouwelijke individu en van de maatschappij.
Dit streven bracht er eveneens toe op de „Nationale tentoonstelling
van vrouwenarbeid" den werkkring der Vrouw op maatschappelijk gebied
in onze Indische bezittingen te bespreken.
Hieraan danken wij eenige lezingen, die, een ieder moge over het
daarin besprokene zijne eigene meening hebben, onze aandacht verdienen
en waard zijn met ernst gelezen te worden.
Yan belang uit een militair oogpunt noemen wij in de eerste plaats de
lezing van Dr. H. F. P. Maasland over ziekenverpleging door vrouwen
in onze militaire hospitalen. Zijn conclusie: „men banne den boéboerlap
„van de zalen, waar ernstige zieken liggen en geve daar den officier van
„gezondheid ervaren pleegzusters, vol toewijding voor haar liefdewerk,
„tot hulp in zijn zware en verantwoordelijke taak" zal zeker door het
meerendeel onzer onderschreven worden.