169 aan belangstelling in onze koloniën, dat een dergelijk goed geredigeerd weekblad door gebrek aan inteekenaren moet afsterven. Ook op militair gebied leverde Insulinde menigmaal belangrijke op stellen, terwijl de „militaire causerieën van Sowidjojo I en II" zich steeds in de belangstelling hunner lezers mochten verheugen. Insulinde is gesneuveld, doch het was met eere. Red. Samensmelting der officierskaders. Den 16*» December had de aangekondigde lezing van den kapitein van den (Walen Staf J. P. Michielsen plaats. Zelden mag een lezer, in de Yereemging ter beoefening van de Krijgswetenschap zich in een zoo talrijk auditorium verheugen aj^ditraaal de kapitein Michielsen. Trouwens het gekozen onderwerp is min of meer wat men in militaire kringen "de vraaB van den dag" zou mogen noemen. Was het voor ons re°eds van te voren een voldongen feit, dat er iets goeds geleverd zou worden, zij, die de lezing van den kundigen leeraar aan de Hoogere Krijgsschool bijwoonden, bewezen daarvan eveneens overtuigd te zijn, blijkende uit hun luide en herhaalde bijvalsbetuigingen, alsmede uit de wijze, waarop de spreker over zijn voordracht gecomplimenteerd werd. Op een na waren alle leden der Staatscommissie bij de lezinw tegen woordig. Aan het debat werd deelgenomen door kapitein van der Willigen de gep. overste Hooyer, en de heeren Ram, Thomson en Yogcl vanhet Xederlandsche leger. De eerste twee steunden den spreker krachtig. De heer Yogel deed slechts eenige vragen en de heeren Ram en vooral Thomson bestreden ernstig enkele der beschouwingen van den lezer. Deze repliceerde ter weerlegging van de voornaamste punten der bestrij ding, waarbij wederom kapitein van der Willigen hem steunde. ïen slotte bracht de voorzitter, Generaal Netscher, die, zooals bekend is, na een voorstander der samensmelting der beide officierskorpsen te zijn geweest, reeds jaren geleden een krachtig tegenstander is geworden den spreker warmen dank voor de gehouden voordracht; hij sprak daarbij o. a. ongeveer de volgende woorden uit, dat hij zou wenschen zelf die voordracht gehouden te hebben, zóó was hij het van a tot 2 met sprekers beschouwingen eens. Dat deze zaakrijke, boeiende voordracht het hare ertoe bijgebracht moge hebben om het naderend onheil van [Nederlandsch-Indiën's legermacht af te wenden, is onze ernstige wensch. Fusie der officiers korpsen achten wij niettegenstaande alles wat onze tegenstanders aanvoeren en volkomen afgescheiden van al wat met persoonlijke belangen m verband staat - beslist een nadeel voor ons koloniaal leger. XX.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 181