OVERZICHT DRAAGBARE VUURWAPENEN TOT 1898. (Met een bijlage). Evenals vorige jaren wil ik in enkele regels den stand van het geweervraagstuk in de verschillende rijken bespreken. De bewapening met klein kaliber geweren is vrijwel als afgeloo- pen te beschouwen. Uitgezonderd in Servië, Griekenland en Montenegro komen geen enkelladers van 10 a 11 m.M. meer in de bewapening voor. De kalibers van 8 en 7.5 m.M. met projectieigewichten van 15 en 18.5 gr. en een aanvangssnelheid van 620 M. zijn overtroffen door kalibers van 7 en 6.5 m.M., projectielgewichten van 11 en 10 gr. en aanvangssnelheden van 720 M. Uit de bewapeningsstateu ziet men, dat voornamelijk de kleinere staten de meest aan den eisch van den tijd beantwoordende geweren hebben en zich iu een voorsprong mogen verheugen, iets, dat in de bewa pening van een kleinen staat, ook uit een finantieel standpunt be schouwd, een zeer groot voordeel is. Alleen Amerika's zeemacht bezit een geweer van 6 m.M. kaliber, terwijl men in verschillende rijken bezig is om proeven te nemen met dergelijke en nog kleinere kalibers. Of men bij de bijbehoorende projectielen de metaalbelasting op 30 gr. per c.M.2 kan houden zal de vraag zijn, hooger zal zij zeker niet kunnen worden, hetgeen toch gewenscht ware, voor het overwinnen der grootere luchttegenstand, veroorzaakt door de grootere snelheid. Uit eenige genomen proeven met geweren van bestaand kaliber en een 6 m.M. geweer kreeg men onderstaande uitkomsten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 204