GEZAMENLIJKE SCHIETOEFENINGEN. Daar thans bij vele korpsen de gezamenlijke vuren met het geweer M. 95 worden beoefend, is het ten zeerste gewenseht om over den graad van geoefendheid der schutters te kunnen oordeelen, en de verkregen resultaten te toetsen aan de theorie. In dit opstel, waarbij als leidraad is gevolgd de brochure van den Generaal-Majoor Rohne „das geveclitsmciszige Schieszen der Infanterie tend Artilleriewordt de wijze aangegeven, waarop die oefeningen naar mijne meening in den vervolge dienen te worden gehouden. Om een goed oordeel over verkregen schietuitkomsten te kunnen vellen, moet bekend zijn le. Hoeveel °/0 treffers men bij het gezamenlijk vuur onder normale omstandigheden op de verschillende afstanden en op de meest voorkomende doelen kan verwachten. 2e. Welke verhouding er, bij gelijkmatige verdeeling van het vuur over het doel, tusscben het verkregen aantal treffers en dat der getroffen figuren bestaat. 36. Welke vuursnelheid mogelijk is, zonder de trefkans te ver minderen. I. Het te verwachten aantal treffers tegen een doel van bepaalde afmetingen hangt af van de juistheid van het wapen, van de geoe fendheid en kalmte der schutters en van de grootte van de bij het gekozen vizier gemaakte fout. Is de spreiding bij het bundelvuur bekend, zoo kan het te ver wachten aantal treffers zeer gemakkelijk bepaald worden, aannemende dat het gekozen of bevolen vizier overeenkomt met den afstand, waarop geschoten wordt. De bundelspreiding is tot nu toe alleen bekend, wanneer goed geoefende schutters worden genomen tot be schieting van een bepaald doel. Dl. I, 1899. 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 267