22
De schrijver, blijkbaar overtuigd dat men hem daarvan zal beschul
digen, blijft die overdrijving ten stelligste ontkennen;welnu ik zal
trachten ze aan te toonen.
Daartoe dienen wij het artikel in de eerste plaats te ontleden en
vinden alsdan:
le. Een schets van den Javaan, zooals hij in dienst treedt.
2e. Een opgave van wat wij van hem hebben gemaakt in zijn re-
crutentijd en in zijn verderen diensttijd.
3e. Een constateeren van de meest uiteeDloopende oordeelvellingen
over Kromo, wat betreft zijn daardoor verkregen waarde als soldaat.
4e. Het ontkennend beantwoorden van de vraag, of ons leger in
de toekomst met vertrouwen zijn kracht zal kunnen zoeken in het
inlandsch element, zoolang men geen zekerheid heeft, dat bovenge
noemde oordeelvellingen allen zullen luiden: „De inlandfche soldaat
staat zeer hoog in militaire waarde."
5e. De ontkennende beantwoording der vraag, of wij van Kromo
maakten, wat wij konden.
6e. De opsomming der redeneD, die er toe geleid hebben, dat wij
niet slaagden van hem een soldaat van hooge militaire waarde te maken.
7e. Eene afwijzing van hen, die schrijver van overdrijving zouden
beschuldigen, en een voorloopige bestrijding van diegenen, die de
militaire vorming van den recruut niet in overeenstemming zouden
willen zien gebracht met nationale geaardheid en persoonljjke karakter
eigenschappen van het individu.
Se. Het aangeven van de nieuwe richting, waarin moet worden ge
werkt, om ons koloniaal leger hooger te doen staan, dan ieder ander
leger.
9e. Eenige politieke beschouwingen, die met de legervorming in
verband staan.
10e. Een slotwoord, waarin gezegd wordt, dat's schrijvers pleidooi
niet alleen voor Kromo, maar ook ten behoeve van zijn broeders van
andere stammen is gehouden.
Ad. 1. Schrijver stelt hierin den Javaan, pas uit zijn kampong
voor den dienst aangenomen, voor, als iemand geheel onbekend met
alles wat op het militaire betrekking heeft, schuw, bedeesd, en zich