DE SCHIETOPLEIDING ONZER INFANTERIE.
Wanneer ik beweer, dat in verband met den langen diensttijd van onze
vrijwilligers, de Indische infanterie in hoofdzaak zou moeten bestaan
uit goede en zeer goede oorlogsschutters, dan verkondig ik niets
nieuws.
Even bekend is het, dat in werkelijkheid de schietuitkomsten van
onze infanterie nog beneden het middelmatige bljjven, d.w.z. beneden
het peil, dat in Europa voor militielegers als middelmatig is aan
genomen. Waar nu bij het onderricht in de voorbereidende schiet
oefeningen onmiskenbaar blijkt, dat het noch onze Europeesche, noch
onze inlandsche soldaten aan den noodigen aanleg ontbreekt, daar
ligt de gevolgtrekking voor de hand dat onze sohietopleiding de
schuld draagt van eene middelmatigheid die, met het oog op het
bereikbare, bepaald onvoldoende mag genoemd worden.
'Als onze infanterie jaar in jaar uit te velde practisch bewijst bij
uitnemendheid de kunst te verstaan van buitengewoon veel te schie
ten en minimaal weinig te raken het laatste een natuurlijk gevolg
van het eerste dan volgt daaruit dat ook de vuurleiding veel te
wenschen overlaat, dat ons opleidingBsysteem dus ook in dit opzicht
in gebreke blijft.
Dat het echter aan goeden wil niet heeft ontbroken, bewjjst de milde
regen van voorschriften en wenken, de sohietopleiding betreffende,
die jaarlijks in missivevorm op de infanterie neerdaalt. Afgescheiden
van het feit, dat zelfs een stortvloed van missives niets zal kunnen
uitwerken, zoolang niet gebroken wordt met de bestaande sohietop
leiding, is het toch wel opmerkeljjk dat de zoo goed bedoelde ver-
frissching hoofdzakelijk het onkruid onder de tarwe ten goede is
1) Dit opstel was reeds gedurende verscheidene maanden in het bezit der Redactie.
Hoewel de Recrutenbataljons niet tot de „normale legerformatie" behoorden, kon schrij
ver de spoedige algeheele opheffing daarvan, toen hjj zijn artikel bewerkte, niet voorzien.
Red.