EEN EIGENAARDIG VERSCHIJNSEL. Wanneer men met het geweer mod. 95 eene serie schiet, en by ieder schot de aanvankelijke snelheid meet, merkt meD, althans bij verscheidene kruitsoorteD, een eigenaardig verschijnsel op. De aan vankelijke snelheden vertoonen namelijk, vooral bij de eerste schoten, eene sterke daling, die allengs geringer en na verloop van 10 a 15 schoten meestal geheel onmerkbaar wordt. Het is geene zeldzaamheid, dat de Y0 op deze wijze met 40 k 50 M. vermindert. Deed dit verschijnsel zich nu bij ieder wapen en iedere kruitsoort voor, dan zou het al zeer eenvoudig zijn er eene aannemelijke verklaring van te geven. De zaak is echter veel ingewikkelder, dan ze op het eerste gezicht schijnt. Het blijkt namelijk, dat het verschijnsel in hooge mate afhankelijk is van den aard van het gebezigde buskruit. Bij sommige kruitsoorten treedt het zeer sterk op, bij andere is het nauwelijks merkbaar, en bij nog andere neemt men zelfs het tegen overgestelde, namelijk eene stijging van de Y0 waar. Bij de talrijke proeven, die bij de Pyrotechnische Werkplaats dienaangaande zijn genomen, is echter gebleken, dat men bij iedere kruitsoort het ver schijnsel in het leven kan roepen, door de patroonlading slechts hoog genoeg op te voeren. Omgekeerd kan men door de lading te vei- minderen het verschijnsel bij alle kruitsoorten volkomen elimineeren. Beneden eene zekere minimum-lading valt er bij geene enkele kruitsoort iets meer van te bespeuren gaat men voort de lading te verminderen, dan beginnen de snelheden weer te stijgen. De eigenschappen van het geweer zijn mede van veel invloed. Terwijl het zich bij sommige geweren sterk voordoet, valt er bij andere niets van te bespeurenin den regel doet het zich des te sterker voor naarmate het wapen meer gebruikt ip. Bij alle geweren en bij alle kruitsoorten verdwijnt het echter onmiddellijk, zoodra men de kogels vóór het schot met een weinig vet of olie insmeert. Evenzoo kan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 439