TRACTEMENTEN DER OFFICIEREN VAN HET NEDER-
LANDSCII-INDISCH LEGER.
Blijkens het voorkomende op blz. 38 der Memorie van Antwoord,
door den Minister van Koloniën ingediend aan de 2e Kamer der Statec-
Generaal, naar aanleiding van het voorloopig verslag der Commissie
van Rapporteurs op de begrooting van Nederlandsch-Indië voor het
dienstjaar 1899, zijn door de Indische Regeering voorstellen gedaan
tot wijziging der militaire tarieven, betrekking hebbende op de inkomsten
der officieren.
De Minister meende aan die voorstellen voor het oogenblik geen ver
der gevolg te moeten geven, omdat de stand der begrootingscijfers niet
toeliet voor 1899 de hoogere uitgaven voor tractementen uit te
trekken, die de bedoelde herziening tijdelijk (nl. gedurende het over
gangstijdperk) zou vorderen om de nieuw ontworpen tarieven, die voor
verschillende categoriën van officieren in het geheel lagere inkomsten
aangeven, geleidelijk in werking te brengen bij de bevordering der
genen, wier actuëele inkomsten billijkerwijze niet kunnen verlaagd
worden, maar die in een nieuwen rang de daarvoor aan te geven
lagere bezoldiging zouden genieten.
Eene wijziging der tractementsregeling van het officierskorps is dus
te wachten en laten we hopen, binnen Diet al te laDgen tijd, want
eene dergelijke herziening is urgent. Het zijn, zooals we hieronder
rader zullen trachten aan te toonen, vooral de le luitenants en speciaal
de oudste helft dier categorie van officieren, wier inkomsten in de
eerste plaats driDgend herziening lees verbetering behoeven.
Dat ook werkelijk eene verbetering van sommige der officiers-
tractementen door de Indische Regeering in overweging is gege
ven, mag men daaruit afleiden, dat volgens 's Ministers verklaring
de overgangstoestand, waarbij aan eens verkregen rechten niet getornd
mag worden, hoogere uitgaven zou vorderen.