80
houden moeten worden en cijfers en brieven aan spitsvondiger toezicht
onderworpen zijn dan de oefeningen, moet de leiding dier oefeningen
wel eens achter staan bij de administratieve werkzaamheden. Zoo wordt
bijzaak hoofdzaak. Zou alles, wat thans door den sergeant-majoor geboekt
wordt, niet van de verantwoordelijkheid van den compagnies-commandant
op die van den kwartiermeester van het bataljon kunnen overgaan?
De fourier's werkzaamheden zouden dan onder de leiding en de
verantwoordelijkheid van den compagnies-commandant moeten blijven.
Zij vormen de brug van de magazijnen naar de gelederen.
Zou, afgescheiden van het voorgaande desideratum, de verantwoorde
lijkheid voor de compagnies-goederen niet meer gelijkmatig en tevens
eerlijker verdeeld kunnen worden. De compagnies-commandant kan
thans den luitenants een gedeelte daarvan overdragen, zonder daardoor
echter zelf ervan ontheven te worden. Het komt ons voor, dat de
positie van den luitenant hoog genoeg is, om hem die verantwoordelijk
heid geheel te doen overnemen. Nergens is de verdeeling in dat opzicht
slechter geregeld dan in de compagnie, de commandant staat uitsluitend
voor alles. Om daarin verbetering te brengen kan de oudste luitenant
b.v., volgens voorschrift, geheel verantwoordelijk gesteld worden voor
wapens, uitrusting, e.d.g., in den geest als de compagnies-commandant
dit thans is, de andere luitenant evenzoo voor de kazerneering. Verlaten
die officieren de compagnie, dan geven zij dit aan hun opvolger over en
wordt daaromtrent officieel gerapporteerd. Zoo leeren zij, beter dan
thans, verantwoordelijkheid dragen. De compagnies-commten. behouden
het toezicht, in den geest als tegenwoordig door den bataljons-commdt.
geschiedt.
Si Anoe.
Samensmelting der officierslcorpsen. Een der voornaamste redenen van
den vooruitgang, die de beschaving en de ontwikkeling van de laatste
eeuw gekenmerkt heeft, ligt in de decentralisatie, in de scheiding van
belangen, in de vertakking van de wetenschappen.
Hierdoor hebben bestuur, beheer, studie, opleiding, vakkennis zich met
ruimer wiekslag baan kunnen breken, dan voorheen, toen zij zich niet vrij
wisten te maken van de ballast van het overtollige. Dit streven breekt
zich ook, hoewel langzaam, in het leger baan, in de landen, die koloniën
maar geen koloniaal leger hebben, gaan stemmen op om dit te stichten;
elders, b. v. in ons land, hoorde men reeds de verder doorgevoerde
scheiding van vesting- en veldartillerie bepleiten; ook zijn in eenige
legers de verschillende speciale afdeelingen, die in Nederland nog over
verschillende wapens verdeeld zijn, weer tot één wapen vereenigd.
Op het oogenblik dat onze eeuw op het punt staat afscheid te nemen,
ontstaat echter eene beweging, die lijnrecht tegen dat streven in gaat,