633 van wandelingen, moet wekelijks worden vernieuwd." (Inw. Dienst Infi8. Cavie. en Artie.) Is ons korps deze onder-curateele-zetting nog niet ontgroeid P Iemand heeft eene oogziekte, heeft zijne hand verwond, een arm gebroken, enz. enz., nu mag hij nimmer en nooit een praatje gaan maken bij buren, kennissen of familie, zelfs als de behandelende geneesheer het voor zijne op gewektheid noodig acht. Hoogstens mag de patient wandelen, en dan moet dit nog bepaald voorgeschreven zijn, het reglement roept als het ware den dokter toe: „bedenk wel wat je doet, voordat je de vergunning verleent!" Waarom toch dit alles Ziet men zieke burgers inalengervertooningen buitenshuis geven? Waarom bestaat meer reden dit van ons korps te vreezen, op wiens eergevoel de reglementen maar niet durven te rekenen, naar het schijnt. Si Anoe. Batterijen en eskadrons. De plannen en plannetjes, die het publiek onder oogen worden gebracht voor de verdediging van Java tegen een bui- tenlandschen vijand, spreken over de batterijen en eskadrons, welke in de formatie van het leger opgenomen zijn, alsof die zoo maar voor het commandeeren gereed zijn en voltallig gehouden kunnen worden. Bij de bestaande formatie zijn de batterijen en eskadrons reeds bij de eerste mobilisatie niet in staat compleet uit te rukken, en na eenige inspanning zullen zij op allertreurigste wijze versmelten, want er bestaan geen reserve afdeelingen om de officieren, manschappen, paarden en muildieren, die uitvallen, door geoefenden te vervangen. Laat eommissiën plannen voor de verdediging ontwerpen, wat zullen die geven als de batterijen en eskadrons, die eene rol te vervullen heb ben, voor de helft op het appel mankeeren, in hoofdzaak wegens gebrek aan dieren? O valsche bezuiniging! O struisvogelpolitiek! Si Anoe. Onderlinge ondersteuning. Wie neemt het initiatief tot het oprichten van eene vereeniging tot onderlinge ondersteuning in geval van overlijden van officiers-echtgenooten, weduwen en kinderen, in den trant als in Nederland bestaat. Het is zoo dubbel droevig, wanneer een echtgenoot of vader tijdens de treurige omstandigheden, waarin het overlijden van een der zijnen hem brengt, nog bij iemand moet gaan aankloppen om de hooge begrafeniskosten te kunnen dekken of dat hij door financieele zorgen verhinderd wordt der overledene de eer te geven, welke hij vrouw of kind gaarne zou schenken. Een gepensionneerde, die ons korps nog een warm hart toedraagt, zou zich verdienstelijk kunnen maken door deze zaak eens te entameeren. Si Anoe.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 105