4
HET VUREN OVER DEKKINGEN DOOR DE BEREDEN
ARTILLERIE.
(Met 3 tabellen).
Veelvuldig zal het voorkomen, dat de artillerie in stelling moet
komen tegenover een doel, dat door een tusschenliggend terreinvoor-
werp gedekt of aan het oog onttrokken is. In die gevallen zal de
artilleriecommandant bij het zoeken eener stelling voor zijne vuur
monden dadelijk moeten beoordeelen, van welke plaats over het ter-
reinvoorwerp heen vurende het doel geraakt kan wordenmet andere
woorden, voor welke dracht de vluchthoogte van het projectiel op een
bekenden of geschatten afstand van den vuurmond grooter is dan de
hoogte van het terreinvoorwerp.
In de „Mittheilungen über Gegenstande des Artillerie-und Geniewe-
sens 1897, 7e. Heft" vinden wij aan dit onderwerp een interessant
artikel, getiteld „das Schieszen der Feldartillerie aus verdoekten Stel-
lungen"' gewijd. Hierin worden twee methoden aan de hand gedaan
en wel met behulp van een rekenliniaal en met toepassing van daar
toe vervaardigde ordinatentabellen de vluchthoogte in een bepaald
punt van de baan te bepalen.
De eerste wijze zal voor het Indische leger van minder belang
zijn, daar vooralsnog dergelijke instrumenten niet bij de batterpen
aanwezig zijn, weshalve wij ons dan ook zullen bepalen tot eene nadere
bespreking der tweede methode.
Zij in onderstaande figuur ABC de baan voor een bepaalde dracht,
D een terreinvoorwerp gelegen tusschen de standplaats van den vuur
mond A en het doel C.
Dl, II 1899.