642
achter een terreinvoorwerp gelegen, in stelling te komen, zoekt hij
<?eue geschikte opstelling voor zijne vuurmonden en schat den afstand
tot net terreinvoorwerp. Zij die geschatte afstand b Meters, dan zal
hij dus een baan met een dracht van a b Meters moeten hebben.
Hij moet vervolgens de hoogte van het terreinvoorwerp opnemen»
waartoe hij gebruik kan maken van een reeds vroeger bij de batte
rijen in gebruik zijnde liniaal.
De inrichting van het bedoelde instrumentje berust op het volgende.
Een houten of metalen latje, in de rechterhand genomen, bevindt
zich met geheel gestrekte arm op 0.70 Meter van het oog. Op
dat latje is eene verdeeling aangebracht: bijv. elke verdeeling is 7
mM., dan geeft op 100 Meters elke verdeeling 1 Meter hoogte aan.
Deze verdeelingen zouden zoo toodig nog onderverdeeld kunnen worden
Iedere andere verdeeling, eveneens verband houdende met den afstand
van het oog tot het vastgehouden latje, kan evengoed gebezigd worden.
Hiermede kan dan de absolute hoogte van het terreinvoorwerp
van af den voet gemeten worden.
Hoewel de tabellen aangeven de vluchthoogten boven den mon
dingshorizon en wij dus eigenlijk ook de hoogte van het terreinvoor
werp boven dien horizon zouden moeten weten, is het geen bezwaar
de hoogte van het terreinvoorwerp boven den beganen grond te meten
daar de terreinhoek, die anders ook in rekenirg gebracht zou moe
ten worden, bij de inrichting van het quadrant al dadelijk geëlimi
neerd wordt, zoodat ook bij het bepalen van de dracht de lijn, die
de standplaats van den vuurmond vereenigt met den voet van het
doel, als mondingshorizon in rekening wordt gebracht en de baan
bepaald wordt ten opzichte van deze lijn. Op welke wijze wij later
ook onze richting nemen, steeds zal aanvankeljjk toch van het qua
drant gebruik gemaakt moeten worden en dan al dadelijk de terreinhoek
worden verrekend.
Bovendien kan als normaal worden aangenomen, dat het terrein
gelijkelijk helt, zoodat de terreinhoek, gevonden ten opzichte van
den voet van het terreinvoorwerp, dezelfde is als die ten opzichte
van het doel. Alleen voor het geval, dat het doel aanmerkelijk
lager is gelegen dan het terreinvoorwerp, zou hiermede rekening
gehouden moeten worden, daar alsdan de hoogte van het terrein-