655 kenning daarheen. Lahure, den 5en Februari t, v. opperwachtmeester gewordeD, commandeerde de verkennende cavalerie en het bleek hem spoedig, dat de kraton slecht bewaakt en bezet was. Na zijn ruiters achter een kromming van den weg verborgen te hebben, rapporteerde hij dit aan den generaal, die daarop de overige ruiterij tot zich trok en aan het hoofd van zijn geheele cavalerie, huzaren en Goareesche ruiters, in snellen gang langs een onbewaakten weg den kraton binnenreed. Wel trachtte de verraste vijand de indringers door vuur tegen te houdeD, doch te vergeefs. Weldra vluchtte hij, allerwege door onze cavalerie vervolgd. Den 22™ April was de geheele expeditionnaire troepenmacht te Makassar terug. Nu bleef nog de tenonderbreDging van Soepa over. Den 20en Juni vertrokken de troepen uit Makassar en den 24™ d.a.v. waren ze gedebarqueerd. Den 26en werd, na het ver sterkte Soepa overstelpt te hebben met projectielen uit 6 twaalf- ponders, 2 29 c.M. en 4 Coehoorn-mortieren en congrevische vuur pijlen, de aanval ondernomen. De strijd was hevig; de cavalerie vooral leed veel verliezen aan paarden door de wolfskuilen en Friesche ruiters, doch de vijand werd binnen de wallen van Soepa teruggedrongen. Soepa's fanatieke ruiterij, aangevuurd door de tegenwoordigheid van den voist, godsdienstig en staatkundig hoofd tegelijk, met de heilige vaan van Alita in haar midden, nam echter nog gedurende dien terugtocht een dreigende houding aan. Onmid" dellijk verzamelde Van Geen zijn geheele cavalerie en wees haar de heilige vaan als aanvalsdoel aan. Geïmponeerd door de groote overmacht van 's vijands ruiterij, aarzelden onze huzaren een oogen- blik, toen echter Lahure vooruitstormde, volgde dadelijk iedereen zijn voorbeeld en een hevig handgemeen ontstond. Na een hardnekkigen strijd om den vijandelijken standaard, die telxens van eigenaar verwisselde, gelukte het den onversaagden Lanure den vijandelijken standaarddrager neer te sabeleD, den standaard te grijpen en hem aan den generaal over te geven. Ge- trofien door zooveel dapperheid, benoemde deze den jeugdigen on derofficier op staanden voet tot 2™ luitenant, welke benoeming na aÊoop der expeditie door den Gouverneur-Generaal werd bekrachtigd (3 November 1825). Den volgenden dag werden onderhandelingen aangeknoopt, die met de onderwerping van Soepa eindigden. Dl, II 1899.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 127