677 „dans les plateaux de la balance, sous prétexte de la faire pencher en „notre faveur; les dépenses ne seront pas inutiles, si elles ont pour „but de conserver des existences." De bodem, waarop de soldaat leeft, het water, dat hij drinkt en de ingetogenheid al dan niet van zijne leefwijze beheerschen voor «en zeer groot deel den staat zijner gezondheid. Gaat dit voor alle landen door, voor het verblijf in een tropisch klimaat is daarenboven noodig een zeer sterk lichaamsgestel. Het persoonlijk belang, even als het militair belang eischt derhalve, dat de geneeskundige keuring van den militair, die naar de tropen wil, zeer streng zij, dat de administratieve macht er alleen heen zendt volkomen gezonde, sterke en tevens afgeëxerceerde beroeps soldaten, die minstens 22 jaar oud zijn. Beneden dien leeftijd is de lichamelijke ontwikkeling nog niet vol komen en is in verband daarmede de vatbaarheid voor tropische landsziekten te groot. Hiermede stemt vrijwel overeen het Engelsche voorschrift, volgens hetwelk de soldaat, die eerst op 21 jarigen leeftijd naar Indië mag gaan, nadat hij in Europa minstens 1 vol jaar gediend heeft, niet vóór zijn 22sto levensjaar „te velde" mag gezonden worden. Vooral bij den laatsten veldtocht der Franschen op Madagascar moet de sterfte der soldaten, op 18 en 19 jarigen leeftijd, buitengewoon groot zijn geweest. En aangezien de meest krachtige gestellen slechts te vinden zijn bij de menschen, die den 23 jarigen ouderdom bereikt en dien van 35 nog niet hebben overschreden, moet de 40 jarige leeftijd de uiterste grens zijn, om een combattant in de gelederen toe te laten. Voorts dienen bij reëngagement onvoorwaardelijk, naar der Schrij vers' meening te worden geweerd tuberculeuseen rheumatische soldaten, convalescenten, die eene zware ziekte doorstaan hebben, lever-, hart en maaglijders, zwaarlijvigen en drinkebroers, die altegader toekom stige nonvaleurs zijn. Hartlijders en dronkaards zijn bovendien de eersten, die aan zonne steek bezwijken. Merkwaardig is, wat de Schrijvers al zoo mededeelen omtrent de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 149