686 Een laatste Hoofdstuk geeft eenige wenken hij het organiseeren Tan veldtochten. Daarbij zij men niet te krenterigmen geve met ruime maat, al wat den soldaat nuttig en noodig zij. De Engelschen kunnen in dit opzicht tot voorbeeld dienen. Yan Januari 1874 tot 23 Maart d. a. v. ageerde generaal Wolseley met eene colonne van 4000 man, waaronder 2000 Europeanen, tegen de Ashantijnen en bezweken bij dien tocht slechts 65 man. Kort daarop ageerden die Engelschen wederom daar ter kuste en kregen de 999 aanwezige Europeanen van 14 December 1895 tot 3 Februari 1896 slechts 7 dooden. Op Madagascar daarentegen, alwaar de Franschen meenden een Europeeschen oorlog te voereo, en waar de Intendance veel te weinig oog had gehad voor de bijzondere behoeften van den soldaat in dat voor hun vreemde land, zijn de verliezen ontzettend groot geweest. TijdenB de expeditie ten jare 1860 in China beschikte het 10,000 man sterke Engelsche leger over een trein van 2500 dieren, geleid door 200 conducteurs en 300 koelies. Bij de expeditie tegen Chitral beschikten de Engelschen over 11600 kameelen en 26000 muildieren. Het allerduurste echter op expeditie ishet overlijden van èen militair. Met hospitaalschepen hebben de Schrijvers zeer veel op, vooral bij het begin van eene expeditie, evenzeer met tijdige evacuation der zieken. Yan de FraDSche troepen op Madagascar zijn honderde soldaten over boord gezet, alleen omdat men ze niet tijdig van het oorlogster rein wegzond. Hiermede besluiten wij ons opstel. J. A. Vink. gep. kol. Breda28 December 1898.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 158