BE OORLOGSKRETEN BIJ DE VERSCHILLENDE VOLKEN. (Overgenomen uit „VIllustration européenne In den beginne hadden de oorlogskreten bovenal ten doel schrik te brengen in de gelederen des vijands. Het waren beleedigingen den tegenstanders toegevoegd, zooals kan blijken bij het leger van de Iliade, of een vreeselijk gehuil, dat niets menschelijks had, als het „Whoop Hoo!" nog in gebruik bij de Indianen van Noord- Amerika. De Grieken hadden hun „Allala!", dat men ook bij Homerus en bij Pindarus aantreft; de soldaten der Romeinsche legioenen ver genoegden zich met het uitstooten van vreeselijke schreeuwen. Deze kreten waren in het begin niets dan een dof gemompel, geleidelijk luider wordende om ten slotte over te gaan in een oorverdoovend geraas, dat men nog luider maakte door het schild met de holle zijde voor den mond te brengen. Men kan begrijpen, dat de laatste echos van deze kreten niet voor vertolking vatbaar wareD, als het „Hie Welff!" indel2«eeuw door de partijgenooten van Hendrik den Leeuw, hertog van Saksen, en hoofd der GelfeD, in zijne oorlogen tegen den Duitschen Keizer, uitgestooten. Dielitz is er niet ver van te gelooven, dat het „Heb! Heb!", dat in denzelfden tijd bij den moord op de Joden werd gehoord, het „Hip!" der Engelschen heeft voortgebracht. De oorlogskreet, die eene bepaalde beteekenis heeft, treft men aan bij den aanval van Gidion op het kamp der Madianieten„Voor het zwaard van God en Gidion!" of „Voor God en Gidion!" Zij wis selde af met woest gehuil. Men kent den geboortedatum niet van den ouden Keltischen kreet: „Torr he benn!" (Verbrijzelden kop), die de boeren in Bretagne nog in onzen tijd bij hunne vechtpartijen van dorp tegen dorp gebruiken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 165