699
ook in de toekomst voor Indië niet worden; in ieder geval zullen
er nog wel tal van jaren voorbijgaan voor de „hoogere troepenleiders"
ook uit de hulpwapens gekozen worden „doch al ware zij dit wel,
„dan zou er m. i. nog veel voor te zeggen zijn om de plaatsen jaarlijks
„over de verschillende wapens te verdoelen.
„Het is, meen ik, een feit, dat ondanks alle veelzijdige studie ieder
„stafofficier in zijn kern blijft behouden het eigenaardige van het wapen,
„waarvan hij afkomstig is.
„De werkzaamheden van den Generalen Staf laten evenwel geen
„eenzijdigheid, welke een gevolg zou zijn van overheerschende richting
„van een bepaald wapen en uitsluiting van eenig ander, toe. Het
„streven moet, meen ik, zijn om alle wapens in den Generalen Staf
„vertegenwoordigd te hebben".
Alvorens de woorden van Z. H. E. G. verder aan te halen, zij
het ons vergund een oogenblik bij het bovenstaande stil te staan.
Wij achten de theorie van Overste Staal volkomen juist, doch wij vragen
hem, wat blijft er van over bij een zoo uiterst kleine stafformatie als
het Indische leger telt, n. 1. een generaal of kolonel, chef van den
staf, een luitenant-kolonel souschef, een majoor en drie kapiteins op
het Hoofdbureau, verder een luitenant-kolonel chef van den staf op
Atjeh, een kapitein-adjunct aldaar en nog vier kapiteins, chefs van
den staf, respectievelijk in de 1°, 2", en 3® Mil. afdg, en ter Sumatra's
Westkust, in totaal dus 12 stafofficieren. Zoowel te Atjeh als in de
drie Mil. afdeelingen op Java, als ook ter S. W. K. zijn zij stafofficier
zonder meer, d. w. z zonder dat er quaestie van kan zijn, dat het af
komstig zijn van een bepaald wapen tenzij dat der infanterie
gewenscht kan zijD. Rest dus de zes officieren op het Hoofdbureau,
waarvoor het misschien nut kan hebben, dat de verschillende wapens
vertegenwoordigd zijn. Wij zeggen misschien omdat er met de samen
stelling van het D. v. O. en zijne werkwijze ook bezwaren aan verbonden
zijn. Gesteld nu al eens, dat het mogelijk zou zijn bij het openstellen
van 's jaars 6 plaatsen voor de Krijgsschool, door het kiezen van een
bepaalde verhouding tusschen de wapens te zorgen, dat er onder de
12 stafofficieren eenige der hulpwapens voorkomen, die op het D. v.
O. kunnen worden geplaatst, welke mogelijkheid wij bij een dergelijke
kleine formatie bepaald ontkennen, dan nog vragen wij op onze beurt,